Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

ALD-104 (CALD)

Medisch-wetenschappelijk onderzoek van het Lenti-D geneesmiddelproduct (gentherapie) bij jongens met cerebrale adrenoleukodystrofie.
Wie kan meedoen
  • Jongens met cerebrale adrenoleukodystrofie (CALD)
  • Leeftijd: ≤ 17 jaar

Doel

Het doel van dit onderzoek is om te bepalen of een experimentele behandeling genaamd genoverdracht of gentherapie kan voorkomen dat de verschijnselen van de CALD erger worden. Ook willen we bepalen of deze gentherapie veilig te geven is na behandeling met busulfan en fludarabine. Deze middelen worden ter voorbereiding (conditionering) van de stamceltransplantatie gegeven.

"Experimenteel" betekent dat deze onderzoeksbehandeling niet als standaard is goedgekeurd door de autoriteiten of een andere regelgevende instantie. Dat gebeurt pas als bewezen is dat het werkt. Wel heeft de aangewezen ethische instantie goedkeuring verleent dat het onderzoek op deze manier wordt uitgevoerd.


Achtergrond

Onze genen, die we erven van onze ouders, zijn stukjes informatie die de blauwdruk leveren voor de vele eiwitten die onze cellen en ons lichaam in leven houden. CALD wordt veroorzaakt doordat een gen met de naam ABCD1 slecht functioneert.

Het ABCD1-gen, gelegen op het X-chromosoom, is verantwoordelijk voor de aanmaak van een eiwit met de naam ALDP. Jongens met CALD hebben dit eiwit helemaal niet in hun lichaam of hebben een eiwit dat niet goed werkt. Dit leidt tot de opbouw van vetzuren met een zeer lange keten (very long chain fatty acids, VLCFAs), met name in de hersenen. Deze vetzuren veroorzaken ernstige schade aan hersencellen.

Om verergering van CALD te voorkomen, kunnen jongens die de ziekte hebben zogeheten stamcellen krijgen van een donor die geen drager is van het slecht functionerende ABCD1-gen. Dit heet een allogene stamceltransplantatie. De gedoneerde stamcellen maken de aanmaak van nieuwe, gezonde cellen mogelijk die uiteindelijk de zieke cellen in de hersenen vervangen. Momenteel is dit de enige effectieve behandeling voor CALD. Nadelen zijn dat het lichaam de stamcellen van de donor zou kunnen afstoten, of dat er geen geschikte donor gevonden kan worden.

In dit onderzoek zullen stamcellen van het kind met CALD worden afgenomen (aferese), om deze cellen te behandelen met gentherapie. Aan de stamcellen zal buiten het lichaam een correct functionerend ABCD1-gen worden toegevoegd door middel van de “Lenti-D lentivirale vector”. Deze Lenti-D lentivirale vector bevat kleine deeltjes van het humaan immunodeficiëntievirus (hiv). Om te verzekeren dat dit niet kan leiden tot een infectie met hiv, werden de delen van het hiv-virus die nodig zijn om het virus te laten groeien verwijderd.

De behandelde stamcellen geven we aan het kind terug. Deze procedure heet "autologe" transplantatie, omdat de eigen cellen van het kind worden gebruikt. Het nadeel is echter dat er extra belastende procedures (aferese) voor deze behandeling nodig zijn. Ook kan het zijn dat de cellen van het kind niet “aanslaan”. In dat geval krijgt het kind zijn niet-behandelde cellen terug.

In het geval dat er een geschikte donor beschikbaar is, kan een allogene transplantatie de voorkeur hebben. Het behandelteam zal samen met de ouders de afweging maken welke van de twee transplantaties uiteindelijk gekozen wordt.

 

Deze studie is tijdelijk gesloten voor inclusie.


Datum laatste controle

19 juli, 2023