Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Bescheiden effect lenvatinib bij teruggekeerd osteosarcoom

Bij kinderen en jongvolwassenen met een teruggekeerd osteosarcoom leek toevoeging van het medicijn lenvatinib aan chemotherapie de tumorgroei iets langer te onderdrukken. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek waaraan ook het Prinses Máxima Centrum deelnam. (Gaspar et al., 2024)

Osteosarcoom is de meest voorkomende vorm van botkanker bij kinderen en jongeren, en komt het vaakst voor op de leeftijd van 10 tot 19 jaar. Helaas komt de ziekte na behandeling vaak terug. Dan volgt meestal een behandeling met chemotherapie (ifosfamide en etoposide; IE).

Het doel van dit onderzoek was om te kijken of toevoeging van lenvatinib aan IE-chemotherapie zorgt voor betere uitkomsten. Lenvatinib is een zogenaamde tyrosine-kinase-remmer (TKI). Er zijn aanwijzingen dat een combinatie van een TKI met chemotherapie goed zou kunnen werken bij een teruggekeerd osteosarcoom.


Internationaal onderzoek

Tussen maart 2020 en november 2021 startten 81 kinderen en jongvolwassenen (2-25 jaar oud) met het onderzoek. Allemaal hadden ze recidief of refractair osteosarcoom, dat wil zeggen dat de ziekte was teruggekeerd of niet reageerde op een eerdere behandeling. De helft van de studiedeelnemers kreeg de standaardbehandeling met chemotherapie (IE), de andere helft kreeg naast chemotherapie ook lenvatinib.

Het onderzoek werd uitgevoerd in 18 verschillende landen in Europa, Azië, Oceanië en Noord-Amerika. Vanuit het Prinses Máxima Centrum deden twee kinderen mee.


Klein verschil

In de groep die lenvatinib en chemotherapie kreeg duurde het iets langer voordat de tumor weer ging groeien: gemiddeld 6,5 maanden vergeleken met gemiddeld 5,5 maanden bij degenen die alleen chemotherapie kregen. Maar dit kleine verschil was niet statistisch significant, het is dus niet uit te sluiten dat het op toeval berust. Kinderen die niet eerder waren behandeld met ifosfamide, of die maar één eerdere behandeling hadden ondergaan, leken iets meer te profiteren van lenvatinib. Deze subgroepen waren echter te klein om hier conclusies aan te verbinden.

In beide groepen kregen de meeste studiedeelnemers te maken met bijwerkingen, zoals verminderde schildklierfunctie, bloedarmoede en misselijkheid. Deze bijwerkingen waren hetzelfde als eerder was gezien met IE-chemotherapie en lenvatinib.


Waardevolle informatie

Dit is een van de weinige internationale onderzoeken bij kinderen en jongvolwassenen met een teruggekeerd osteosarcoom. Internationale samenwerking is belangrijk om genoeg kinderen mee te kunnen laten doen aan een onderzoek. Het onderzoek heeft waardevolle informatie opgeleverd voor de klinische praktijk en voor het opzetten van toekomstige studies. Om te kunnen bepalen wat de rol van TKI’s kan zijn in de behandeling van teruggekeerd osteosarcoom zouden in toekomstig onderzoek nog grotere groepen patiënten bekeken moeten worden.


De wetenschappelijke publicatie vind je hier: Gaspar N, Hung GY, Strauss SJ, Campbell-Hewson Q, Dela Cruz FS, Glade Bender JL, Koh KN, Whittle SB, Chan GC, Gerber NU, Palmu S, Morgenstern DA, Longhi A, Baecklund F, Lee JA, Locatelli F, Márquez Vega C, Janeway KA, McCowage G, McCabe MG, Bidadi B, Huang J, McKenzie J, Okpara CE, Bautista F; OLIE Study Investigators. Lenvatinib Plus Ifosfamide and Etoposide in Children and Young Adults With Relapsed Osteosarcoma: A Phase 2 Randomized Clinical Trial. JAMA Oncol. 2024 Oct 17:e244381.