Dit onderzoek gaat over kinderen bij wie AML terugkomt en dan moeilijk te behandelen blijkt (een zogeheten refractair recidief) of kinderen bij wie AML voor de tweede keer is teruggekomen (tweede recidief). Vroeger werden deze kinderen meestal palliatief behandeld, dat wil zeggen: niet gericht op genezing maar op vermindering van klachten. Tegenwoordig wordt vaker gekozen voor een intensievere derdelijns behandeling die gericht is op genezing.
Kinderoncoloog dr. Bianca Goemans: ‘In dit onderzoek hebben we bekeken wat de kans op genezing is van kinderen in deze fase van hun ziekte. Hiervoor hebben we gegevens verzameld van kinderen die in aanmerking kwamen voor derdelijns behandeling. We wilden ook factoren onderzoeken die invloed hebben op de kans op genezing. En die hebben we gevonden: tijdstip van het recidief (kort of langer na de eerdere diagnose), type derdelijns behandeling, mutatie in het FLT3-gen en het oorspronkelijke behandelingsprotocol.’
Het onderzoek werd gedaan in samenwerking met het NOPHO-DB-SHIP consortium. Dit is een samenwerkingsverband van 14 landen die kinderen bij wie voor het eerst AML wordt vastgesteld behandelen volgens hetzelfde protocol. Van 2004 tot 2019 keerde bij 277 van de 869 patiënten uit het consortium de leukemie terug (recidief). Van deze groep hadden 98 kinderen een eerste refractair recidief en 59 kinderen een tweede recidief. Gegevens van deze 157 kinderen werden samen geanalyseerd in de nieuwe studie.
Reële kans op genezing
‘We wisten niet echt wat we konden verwachten, omdat het grootste deel van het onderzoek bij kinderen plaatsvindt in de context van klinische trials en vaak in een eerdere fase van de behandeling. De kinderen die deelnemen aan zulke studies moeten namelijk fit genoeg zijn om daarvoor in aanmerking te komen en zijn dus niet representatief voor de hele groep,’ vertelt Bianca Goemans.
‘Vanuit de kliniek weten we dat de prognose niet heel gunstig is na derdelijns behandeling. Dat werd in dit onderzoek ook bevestigd, na vijf jaar is nog maar 14% van de kinderen in leven,’ vertelt Bianca. Zij voegt daar meteen aan toe: ‘We waren positief verrast om te zien dat er dus een selecte groep patiënten nog kan genezen na derdelijns behandeling. Het is een reële kans, die er zelfs in deze fase van de behandeling nog is. Deze kans is afhankelijk van verschillende factoren. Als een kind goed genoeg reageert op de nieuwe, derdelijns behandeling en fit genoeg is voor een (vaak tweede) stamceltransplantatie, is de overlevingskans na vijf jaar nog ongeveer 40%. Met deze gegevens kunnen we ouders en kinderen nog beter adviseren als ze niet goed reageren op de behandeling voor een eerste recidief, of als ze een tweede recidief krijgen.’
Samenwerking
Momenteel worden nieuwe behandelprotocollen voor kinderen met een recidief AML ontwikkeld In een ander samenwerkingsverband, PedAL/EuPAL. Dit is een consortium van verschillende landen waaronder de EU, VK, VS, Canada, Japan en Australië, gesteund door de Leukemia & Lymphoma Society (LLS). Bianca: ‘Bij de eerste diagnose van AML is er een standaardbehandeling in het NOPHO-DB-SHIP consortium, maar bij eerste en volgende recidieven zijn er geen standaardbehandelingen. Nu we weten hoe het kinderen in deze fases van de ziekte vergaat, kunnen we beter inschatten of nieuwe behandelingen zoals in het PedAL/EuPAL consortium echt beter zijn dan de behandeling die we tot nog toe geven.’
De wetenschappelijke publicatie vind je hier: White T, et al. Clinical outcomes of second relapsed and refractory first relapsed paediatric AML: A retrospective study within the NOPHO-DB SHIP consortium. Br J Haematol. 2022 Jun;197(6):755-765.