FLT3-remmers in de behandeling van AML
Ongeveer 10-15% van de pediatrische patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) heeft mutaties in het FLT3-gen, wat leidt tot een slechte prognose. Bovendien heeft ongeveer 80% van de kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) genherschikkingen in het KMT2A-gen (KMT2A‐R ALL), vaak in combinatie met overmatige expressie van FLT3, dat geassocieerd is met bijzonder slechte resultaten op de lange termijn. In het Prinses Máxima Centrum onderzoeken we of de remming van FLT3 een zinvolle behandelstrategie is.
Preklinisch en klinisch werk suggereert dat gerichte remming van FLT3 een veelbelovende strategie is voor pediatrische acute leukemieën. Dit onderzoek was het eerste waarin de veiligheid en werkzaamheid van oraal midostaurine in kinderen werd beoordeeld. Midostaurine alleen vertoonde beperkte klinische activiteit in deze zwaar voorbehandelde kinderen. Omdat midostaurine plus chemotherapie klinisch voordeel vertoonde in volwassenen met FLT3‐gemuteerde AML, en werd toegestaan voor gebruik in volwassen met AML, zal het desalniettemin worden geëvalueerd in combinatie met chemotherapie in pediatrische patiënten met FLT3‐gemuteerde AML. Dit onderzoek loopt momenteel. Wat interessant is: specifiekere FLT3-remmers (bijvoorbeeld quizartinib) zijn op dit moment beschikbaar om te testen bij kinderen met FLT3-gemuteerde AML, waaronder ook in het Prinses Máxima Centrum.