Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Leukemie-medicijn blijft werken door continu behandelschema

Onderzoekers hebben een betere manier gevonden om een belangrijk medicijn in de behandeling voor leukemie, PEGasparaginase, te geven. Hierdoor hebben kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) veel minder last van overgevoeligheid voor het medicijn, en blijft het vaker goed werken. Onderzoeker Leiah Brigitha: ‘Door deze nieuwe aanpak kunnen meer kinderen de volledige kuur van PEGasparaginase afmaken, dat draagt bij aan een betere overlevingskans.’ (Van der Sluis et al., 2024)

Per jaar krijgen 120 kinderen in Nederland de diagnose ALL. PEGasparaginase vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling. Maar soms zorgt dit medicijn voor overgevoeligheid bij kinderen met ALL. Soms krijgt het kind dan een soort allergische reactie. Het medicijn kan ook stoppen met werken, al dan niet met zichtbare allergische symptomen bij het kind.


Geen pauze

Wetenschappers in de Pieters groep in het Prinses Máxima Centrum onderzochten of een verschil in behandelschema de kans op inactivatie van PEGasparaginase kon verminderen. Ze verdeelden 312 kinderen met ALL in twee groepen. Alle kinderen kregen eerst een startbehandeling met PEGasparaginase. Vóór de vervolgbehandeling kreeg de ene groep eerst een tussenpauze, de andere groep ging meteen door met het medicijn.


Kuur afmaken

De onderzoekers zagen dat vier van de 155 kinderen die een continue dosering kregen last kregen van overgevoeligheid, vergeleken met 17 van de 157 kinderen met een niet-doorlopende toediening. ‘De kans op inactivatie van PEGasparaginase verminderde met wel zeven keer,’ aldus Leiah Brigitha, tijdens de studie promovenda in de Pieters groep en nu postdoctoraal onderzoeker in de Huitema groep. ‘En, belangrijk: de continue toediening was net zo veilig en effectief als de vroegere methode. Dat betekent dat deze nieuwe aanpak ervoor zorgt dat kinderen het medicijn beter verdragen. Daardoor kunnen meer kinderen de volledige kuur van PEGasparaginase afmaken. En dat draagt weer bij aan een betere overlevingskans.’

Kinderoncoloog dr. Inge van der Sluis, ook betrokken bij het onderzoek, vult aan: ‘Kinderen bij wie PEGasparaginase stopt met werken, moeten overstappen naar een vergelijkbaar medicijn, erwinia asparaginase. Die behandeling is veel belastender voor gezinnen, omdat het om de dag gegeven wordt. De doorlopende toediening van PEGasparaginase zorgt zo indirect ook voor een betere kwaliteit van leven.’


Behandelprotocol

Brigitha en Van der Sluis deden het onderzoek binnen het ALL-11 behandelprotocol, waarmee kinderen van 2012 tot 2020 zijn behandeld. Brigitha: ‘We hopen dat de resultaten van ons onderzoek in de toekomst leiden tot een aanpassing in de nieuwe behandelprotocollen, om zo bij te dragen aan een betere uitkomst voor kinderen met ALL.’


De wetenschappelijke publicatie vind je hier: van der Sluis IM, et al. Continuous PEGasparaginase Dosing Reduces Hypersensitivity Reactions in Pediatric ALL: A Dutch Childhood Oncology Group ALL11 Randomized Trial. J Clin Oncol. 2024 Feb 2:JCO2301797.