Wie kan meedoen
- Kinderen en jongvolwassenen met een hersentumor
- Leeftijd: 0-25 jaar
Doel
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van het immuunsysteem bij kinderen en jongvolwassenen met een hersentumor. We willen beter begrijpen hoe het immuunsysteem bij hen werkt. Misschien kunnen we daarmee in de toekomst beter voorspellen welke tumoren er reageren op welke soort behandeling. Ook kan deze informatie ideeën opleveren voor het ontwikkelen van nieuwe therapieën.
Achtergrond
Het wordt steeds duidelijker dat het immuunsysteem een grote rol speelt bij de ontwikkeling van kanker en het in stand houden van een tumor. Er zijn al een aantal behandelingen bij volwassenen die het immuunsysteem activeren tegen de kanker en zo een grotere kans geven op genezing.
Over de rol van het immuunsysteem bij kinderen en jongvolwassenen met een hersentumor weten we nog maar heel weinig. Waarom worden de “slechte cellen” bijvoorbeeld niet opgeruimd door het immuunsysteem? Met dit onderzoek willen we daar meer over te weten komen. Naast de standaard analyses willen we bekijken hoe het immuunsysteem omgaat met de hersentumor.
Het in kaart brengen van het immuunsysteem willen we doen door er op verschillende manieren en op verschillende plekken naar te kijken. Namelijk in het tumor(weefsel), het hersenvocht, het bloed, het beenmerg en de ontlasting. Hierin kijken we naar eiwitten en cellen die belangrijk zijn binnen het immuunsysteem. In de ontlasting onderzoeken we de samenstelling van bacteriën (darmflora).
Alle onderzoeken en metingen vinden plaats op dagen waarop het kind al een afspraak in het ziekenhuis heeft. Per bezoek nemen we maximaal 4 buisjes bloed af tijdens een standaard bloedafname. Het kind wordt hier niet extra voor geprikt. Bij vijf of zes bezoeken wordt gevraagd ontlasting van het kind mee te nemen.
Bij de operatie wordt (tumor)weefsel afgenomen. Als er na de standaard analyses nog (tumor)weefsel overblijft, gebruiken we dat voor het onderzoek. Alleen als voor de standaardbehandeling hersenvocht nodig is, neemt de arts 2-4 ml extra hersenvocht af tijdens de operatie en eventueel op een later moment. Optioneel is een beenmergpunctie tijdens de operatie en/of op een ander moment dat het kind onder algehele narcose is. Hiervoor wordt apart toestemming gevraagd.