Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Hogere kans op klonale hematopoëse na stamceltransplantatie

Klonale hematopoëse komt normaal gesproken vooral voor bij ouderen. Onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum zagen voor het eerst dat het fenomeen, een groepje bloedcellen met dezelfde DNA-verandering, ook vaker voorkomt bij kinderen en jongvolwassenen die eerder in hun leven een stamceltransplantatie ondergingen. Wat dit betekent voor hun gezondheid is nog onbekend. Het team start daarom een vervolgonderzoek om de oorzaken en gevolgen van klonale hematopoëse na stamceltransplantatie in kaart te brengen. 

Stamceltransplantatie is een effectieve behandeling voor verschillende ziektes, waaronder sommige vormen van leukemie bij kinderen. Bij een stamceltransplantatie worden de bloedvormende stamcellen in het beenmerg van het kind vervangen door gezonde stamcellen van een donor. Deze donorstamcellen maken nieuwe bloed- en afweercellen, die kunnen bijdragen aan het bestrijden van leukemie.  Sinds de eerste stamceltransplantatie in 1956, wordt deze behandeling wereldwijd steeds vaker toegepast. Jaarlijks ondergaan tussen de 50 en 60 kinderen in het Máxima een stamceltransplantatie. De meesten van hen herstellen en genezen van de ziekte waarvoor zij werden behandeld. Daarom worden de langetermijneffecten van de behandeling steeds belangrijker. 

Onderzoekers van het Máxima onderzochten het bloed van 144 survivors die minstens vijf jaar eerder een stamceltransplantatie hadden ondergaan om deze langetermijneffecten beter te begrijpen. Deze groep werd vergeleken met gezonde controles die geen stamceltransplantatie hadden ondergaan. Bij 23 van de 144 survivors, of 16% procent, stelden de onderzoekers klonale hematopoëse vast, vergeleken met 8% van de individuen in de ongetransplanteerde controlegroep.  

De resultaten van de Long-term HIT studie, mogelijk gemaakt dankzij KiKa, zijn vandaag gepubliceerd in Blood Cancer Discovery. Het zijn de eerste resultaten van de studie die later dit jaar sluit. 

Klonale hematopoëse 

Klonale hematopoëse betekent dat er een groepje, oftewel een kloon, bloedcellen is ontstaan met dezelfde verandering in hun DNA. Konradin Müskens, promovendus in de Belderbos-groep en eerste auteur: ‘Het is al langer bekend dat dit fenomeen, wat in de gezonde bevolking vooral voorkomt bij 60-plussers, bij kinderen vaker voorkomt na behandeling met chemotherapie. Het is bijzonder dat we klonale hematopoëse vaker aantreffen na stamceltransplantatie. De getransplanteerde stamcellen zijn immers niet blootgesteld aan chemotherapie.’ 

De onderzoekers gingen op zoek naar een verklaring voor de verhoogde kans. Ze vonden dat de leeftijd van de donorstamcellen een belangrijke risicofactor is voor klonale hematopoëse. Müskens: ‘Dit is eigenlijk heel logisch. Klonale hematopoëse is leeftijdsafhankelijk. Bij een stamceltransplantatie krijgt het kind de stamcellen van de donor. Als een jong kind wordt getransplanteerd met een stamcellen van een twintig jaar oudere donor, zijn de stamcellen na transplantatie – en het bloed dat daaruit voortkomt – dus twintig jaar ouder dan het kind zelf. Toch verklaart dit niet alles. Naast donorleeftijd verhoogde ook de stamceltransplantatie zelf het risico op klonale hematopoëse. Waarom dat zo is weten we niet. Vervolgonderzoek moet uitmaken waarom dit gebeurt.’ 

Gevolgen  

De ontdekking van de verhoogde kans op klonale hematopoëse na stamceltransplantatie is een belangrijke eerste stap. Er is nog weinig bekend over de gezondheidseffecten van klonale hematopoëse na stamceltransplantatie. Bij gezonde, ongetransplanteerde ouderen gaat klonale hematopoëse samen met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten en leukemie. Tegelijk zijn er ook aanwijzingen dat klonale hematopoëse herstel na transplantatie kan bevorderen.   

Dr. Mirjam Belderbos, hoofdonderzoeker, kinderoncoloog en onderzoekgroepsleider ziet op dit moment geen reden voor extra screenings bij survivors op de LATER-poli van het Máxima. Ze licht toe: ‘We weten nog weinig over de impact van klonale hematopoëse op de gezondheid na stamceltransplantatie. Met ons vervolgonderzoek willen we beter begrijpen welke factoren bijdragen aan het ontstaan van klonale hematopoëse na transplantatie en wat de gevolgen hiervan zijn. Uiteindelijk is het mijn doel om stamceltransplantatie als behandeling zo effectief mogelijk in te zetten, zodat we kinderen kunnen genezen met optimale kwaliteit van leven.’  

Ben je of is je kind onder behandeling (geweest) en heb je vragen over dit onderzoek? Bekijk de Vraag & Antwoord pagina  of neem contact op met je behandelend arts of met de LATER-poli