Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Reactie op Amerikaans onderzoek naar CAR-T bij kinderen met een hersentumor

De Volkskrant schrijft vandaag over een Amerikaans onderzoek naar CAR-T bij kinderen met een hersentumor, en laat ook Jasper van der Lugt en Friso Calkoen, kinderoncologen in het Prinses Máxima Centrum, hierover aan het woord.

Een van de elf kinderen en jongvolwassenen met de ongeneeslijke hersentumor DIPG die de GD2 CAR-T celtherapie kregen, lijkt genezen. Vier jaar na de behandeling leeft deze inmiddels 20-jarige jongen nog steeds. Bij negen van de elf kinderen verminderden de klachten. Bij vier van hen werd de tumor kleiner. De gemiddelde overlevingstijd ging met zeven maanden omhoog. Het onderzoek is vandaag gepubliceerd in het vakblad Nature.

Lees hier het artikel in de Volkskrant.

Dr. Jasper van der Lugt, kinderoncoloog met specialisatie in hersentumoren, zegt: ‘De resultaten zijn hoopgevend, maar ik ben voorzichtig. Om mee te kunnen doen aan het onderzoek mocht de tumor niet te groot zijn en te ernstige klachten geven. Daarnaast had een groot deel recent radiotherapie gehad. Daardoor is het lastig te beoordelen wat het effect van de radiotherapie op de tumor was, en wat van de CAR-T.

‘Alle kinderen en jongeren in het onderzoek ondervonden ernstige bijwerkingen. Bij een ongeneeslijke hersentumor neem je nu eenmaal soms meer risico, maar het blijft een wankel evenwicht. Kinderen met DIPG hebben meestal niet lang meer te leven. Het is belangrijk om de voor- en nadelen van meedoen aan een studie naar een nieuwe behandeling goed af te wegen. In het Máxima hopen we eind volgend jaar te starten met een eigen studie naar een ander type CAR-T voor kinderen met een hersentumor, waaronder DIPG.’

Dr. Friso Calkoen, kinderoncoloog gespecialiseerd in CAR-T, voegt toe: ‘CAR T-cellen werken tot nu toe vooral bij vormen van bloedkanker, zoals leukemie. Bij tumoren in organen of weefsels is het moeilijker, omdat die een soort beschermingsmuur om zich heen hebben. Ook zijn ze moeilijker te onderscheiden van gezond weefsel eromheen. Over de hele wereld, ook bij ons in het Prinses Máxima Centrum, onderzoeken we of deze veelbelovende vorm van immunotherapie ook voor hersen- en solide tumoren kan werken.’