Persoonlijke behandelmethoden en kwaliteit van leven
Kiemcellen zorgen voor de ontwikkeling van eicellen bij de vrouw en zaadcellen bij de man. De voorlopers van deze cellen kunnen zich ontwikkelen tot tumoren, vooral bij jongetjes en jonge mannen, zowel in de zaadbal als daarbuiten. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 40 kinderen en 850 jonge mannen een kiemceltumor.
Meer dan 90% van de patiënten is goed te behandelen met de huidige methoden. Echter, op latere leeftijd kunnen bijeffecten ontstaan variërend van tweede tumoren of hart- en vaatproblemen, maar ook onvruchtbaarheid. ‘Onderzoek naar nieuwe of aangepaste behandelvormen is van grote waarde om deze bijeffecten tot een minimum te beperken én degenen die niet of onvoldoende op de behandeling reageren te helpen,’ vertelt prof. dr. Leendert Looijenga, groepsleider bij het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en specialist in kiemceltumoren.
Het Prinses Máxima Centrum is al erkend als Expertisecentrum voor zeldzame kindertumoren. Daarnaast is in 2021 het ‘Expertise centrum testiculaire en mediastinale kiemceltumoren Utrecht’ voor een periode van 5 jaar erkend door het ministerie van Volksgezondheid en Welzijn (VWS) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). De samenwerking tussen het UMC Utrecht, met als betrokkenen oncologisch uroloog Richard Meijer, oncoloog Britt Suelmann en verpleegkundig specialist Daniëlle Zweers, en de groep van prof. Looijenga is specifiek gericht op jongvolwassen mannen, ouder dan 18 jaar. Hiermee is een unieke samenwerking ontstaan waardoor wetenschappelijk onderzoek en verdere ontwikkeling van optimale zorg een impuls krijgen.
Samen kom je sneller tot verbeteringen en doorbraken
Een Expertisecentrum brengt binnen een bepaald ziektegebied voor zowel behandeling als wetenschappelijk onderzoek de kennis en kunde van specialisten samen. Hierdoor verbetert de behandeling van de patiënten, bijvoorbeeld door de uitwisseling van kennis tussen specialisten, waaronder (medisch) oncologen, urologen, radiologen, maar ook wetenschappers. ‘Vanuit het Expertisecentrum zijn we ook aangesloten op het Europese referentienetwerk waarin zorgverleners uit heel Europa samenwerken (eUROGEN). Dankzij deze samenwerking komen we als centrum bijvoorbeeld eerder in beeld voor deelname aan onderzoeken naar nieuwe behandelmethoden en kunnen we kennis delen met internationale collega’s.’
Daarnaast stimuleert het Expertisecentrum onderzoek naar gebruik van nieuwe ontwikkelingen naar de directe praktijk en verdiept het lopende onderzoeken. ‘We richten ons ook op het beter begrijpen van het ontstaan van kiemceltumoren en hoe je ze herkent. Met deze informatie willen we in de toekomst per patiënt het type behandeling beter afstemmen, zodat de grootste kans op genezing met de minste bijeffecten bereikt wordt. Samen sta je sterker en kom je sneller tot verbeteringen en doorbraken. En dat is wat we willen voor de kinderen en jong volwassenen in onze centra,’ vertelt Looijenga.
Vakblad Zaadbalkanker interviewde onlangs drie leden van het Expertisecentrum. Het interview is hier terug te lezen.