Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Utrechtse onderzoekers ontwikkelen mini-nieren uit urinecellen

Utrechtse wetenschappers van het Hubrecht Institute, Prinses Máxima Centrum, de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn erin geslaagd om nier-organoïden te maken met cellen uit urine. Dit biedt mogelijkheden voor tal van nieuwe behandelingen die minder belastend zijn voor nierpatiënten. De resultaten van het onderzoek werden op 4 maart gepubliceerd in Nature Biotechnology.

Dankzij revolutionaire ontwikkelingen in het stamcelonderzoek kunnen wetenschappers mini-darmen, -levers, -longen en -alvleesklieren in het lab kweken. Sinds kort lukt dit ook goed voor de nier, door het opkweken van zogeheten pluripotente stamcellen. De Utrechtse onderzoekers gebruikten in hun studie voor het eerst volwassen stamcellen, direct uit de patiënt. Cellen uit urine bleken hier ook voor geschikt.

Een mini-nier uit het lab ziet er niet uit als een gewone nier. Maar de eenvoudige celstructuren hebben wel veel eigenschappen die echte nieren ook hebben, waardoor onderzoekers er bepaalde nierziekten mee kunnen bestuderen. “Met behulp van deze mini-nieren kunnen we verschillende aandoeningen modelleren: erfelijke nierziekten, -infecties en -kanker en kunnen we in detail bestuderen wat er precies misgaat”, zegt Hans Clevers, hoogleraar Moleculaire Genetica aan de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht, en groepsleider aan het Hubrecht Institute en het Prinses Máxima Centrum. “Hierdoor leren we meer over de werking van gezonde nieren en kunnen we in de toekomst hopelijk behandelingen ontwikkelen voor nieraandoeningen.”

Kidney organoid
Organoïde van de nier.
Anne Rios, Prinses Máxima Centrum


Medicijn

Nierpatiënten die een transplantatie ondergaan lopen een grote kans op een virusinfectie. Helaas is hier nog steeds geen goede behandeling voor. “In het lab kunnen we een mini-nier een virusinfectie geven die sommige patiënten na een niertransplantatie ook krijgen”, zegt Marianne Verhaar, Hoogleraar Experimentele Nefrologie in het UMC Utrecht. “Vervolgens kunnen we kijken of die infectie met een bepaald medicijn weer geneest. Daarnaast kunnen we met mini-nieren, gemaakt van weefsel van een patiënt met kanker in de nieren, ook kanker bestuderen en testen welk medicijn het beste werkt.”

Samenwerking
Verhaar legt uit dat zij met artsen, onderzoekers en technische experts in Utrecht op één locatie samenwerkt, het Regenerative Medicine Centre Utrecht. “Deze manier van samenwerken heeft ons onderzoek een enorme impuls gegeven. Samen hopen we behandelingen van nierpatiënten te verbeteren. Op de hele lange termijn willen we mini-nieren ook gebruiken om een écht functionerende nier te kunnen maken – een nier op maat. Maar dat is nu nog toekomstmuziek.”

Onderzoekers in het Prinses Máxima Centrum ontwikkelen deze techniek nu om toe te passen in het onderzoek naar WIlms tumoren. "Hopelijk kunnen we in de toekomst gerichter behandelen en daarmee ernstige bijwerkingen van de behandeling voorkomen", zegt Jarno Drost, onderzoeksleider in het Prinses Máxima Centrum.