Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Vijf nieuwe onderzoeken naar kinderkanker van start dankzij KiKa

Vijf onderzoeksprojecten die bijdragen aan nieuwe en betere behandelingen voor kinderen met kanker starten in het Prinses Máxima Centrum dankzij KiKa. De projecten richten zich op betere behandelingen voor kinderen met onder andere Ewing-sarcoom, Burkitt-lymfoom en hersentumoren.

Elk van de onderzoeken draagt bij aan het behalen van de missie die het Máxima en KiKa delen: ieder kind met kanker genezen mét optimale kwaliteit van leven. ‘Het is erg belangrijk om wetenschappelijke vooruitgang te blijven boeken om onze doelen te behalen. We zijn KiKa en haar donateurs dan ook zeer dankbaar voor het financieren van deze vijf nieuwe projecten,’ zegt Laurens van der Flier, managing director research. 

Nieuwe aanpak bij Ewing-sarcoom 

Het Ewing-sarcoom is een zeldzame en agressieve vorm van kinderkanker die voorkomt in botten of weke delen, zoals spieren. Dr. Matheus Dos Santos Dias en prof. dr. Hans Merks gaan een volledig nieuwe aanpak van de ziekte onderzoeken. Ze willen specifieke signaalpaden extra hard ‘aanzetten’. De tumorcellen zouden dit niet aankunnen en daardoor afsterven en gevoeliger worden voor medicijnen. Ze testen met bestaande medicijnen in het lab of deze aanpak, al eerder bewezen bij darmkanker, ook bij Ewing-sarcoom werkt. Zo hopen ze de weg vrij te maken voor effectievere behandeling voor kinderen met dit type kanker, met minder blijvende schade. 

Gerichte therapie voor hersen- en solide tumoren 

Gerichte therapieën vallen kankercellen aan, maar laten gezonde cellen zoveel mogelijk met rust. Verschillende gerichte therapieën die het doelwit ‘GD2’ op kankercellen herkennen zijn bijzonder veelbelovend. Dr. Judith Wienke en dr. Claudia Rössig bereiden zich voor op optimaal gebruik van GD2-gerichte therapieën bij kinderen met hersen- of solide tumoren. Ze gaan betere manieren om GD2 op tumorcellen te meten ontwikkelen. Ook gaan ze uitzoeken waarom sommige kinderen niet op deze therapie reageren en op zoek naar manieren om de hoeveelheid GD2 op het oppervlak van tumorcellen te verhogen voor een effectievere gerichte behandeling. Door nauw samen te werken met artsen zetten de onderzoekers in op snelle toepassing van de resultaten uit het onderzoek in de behandelkamer.  

Immunotherapie als nieuwe behandeling bij Burkitt-lymfoom 

Burkitt-lymfoom is een agressieve, maar goed behandelbare vorm van lymfeklierkanker. De huidige immunochemotherapie kan wel veel bijwerkingen geven. Daarom gaan prof. dr. Annemiek van Spriel van het RadboudUMC en dr. Friederike Meyer-Wentrup van het Máxima een nieuwe immunotherapie die zonder chemotherapie werkt onderzoeken. In het lab testen ze hoe goed de therapie werkt en of deze zich goed aan de tumor bindt. Het doel: het ontwikkelen van de meest efficiënte immuuntherapie om Burkitt-lymfoom cellen op te ruimen. 

Doorbreken van therapie-resistentie bij ATRT 

Atypische teratoïde rhabdoïde tumoren (ATRT) zijn zeldzame en agressieve hersentumoren die vooral bij jonge kinderen voorkomen. Uit recent onderzoek blijkt dat gemcitabine, een vorm van chemotherapie, toegepast kan worden bij de behandeling voor kinderen met ATRT. Echter, het gebruik van gemcitabine alleen is niet voldoende om ATRT te genezen, omdat de tumor na verloop van tijd ongevoelig wordt voor deze behandeling. Prof. dr. Jarno Drost en dr. Esther Hulleman gaan onderzoeken waarom dit gebeurt. Door tumorcellen te volgen in het lab, en in studies met muizen willen zij de mechanismen achter therapie-resistentie ontrafelen en testen ze manieren om deze te doorbreken. 

Begrijpen van ontstaan tweede vormen van kanker 

Steeds meer kinderen genezen van kanker. Maar sommigen ontwikkelen later in het leven opnieuw kanker. Dr. Sanne van Neerven gaat onderzoeken of dit komt doordat sommige DNA-mutaties al vóór de behandeling ‘sluimerend’ aanwezig zijn en door de behandeling geselecteerd en gestimuleerd worden om uit te groeien. In muizen kijkt zij hoe deze sluimerende mutaties zich ontwikkelen. Het onderzoek helpt om het risico op tweede vormen van kanker beter te voorspellen en in de toekomst misschien zelfs te voorkomen.