Wie kan meedoen
- Mensen die tussen 2017-2020 deelnamen aan de DCCS LATER studie
- Leeftijd: 18 jaar of ouder
- Er wordt een controle op de LATER poli gepland tussen 2024 en 2027
Doel
Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in het voorkomen van (permanente) tinnitus en de relatie van tinnitus met gehoorverlies. Daarnaast kijken we naar de invloed van tinnitus op de kwaliteit van leven. We onderzoeken de waarde van een eiwit in het bloed voor het voorspellen van gehoorschade, en we kijken naar mogelijke genetische aanleg voor het ontstaan van gehoorschade na kinderkankerbehandeling.
Achtergrond
Een ernstige bijwerking van kinderkankerbehandeling betreft schade aan het binnenoor. Dit uit zich in gehoorverlies/doofheid, vertigo (duizeligheid), maar ook in tinnitus (oorsuizen) wat meestal blijvend is. Het testen van gehoorverlies wordt in toenemende mate onderdeel van standaardzorg tijdens en na therapie. Daarentegen heeft tinnitus nog niet veel aandacht gekregen.
In het Prinses Máxima Centrum hebben wij daarom tinnitus-gerelateerde risicofactoren onderzocht bij 2.948 overlevenden van het eerst behandelde kinderkankercohort (1963-2002) binnen de Nederlandse LATER-studie. Tinnitus kwam voor bij 10% van de overlevenden, en voor hen lag dit risico drie maal hoger ten opzichte van hun broers/zussen. Zij die behandeld werden met platinum -bevattende chemotherapie (cisplatine), bestraling op het hoofd kregen en/of hersenoperaties ondergingen, bleken een grotere kans op tinnitus te hebben.
Binnen het huidige project zullen we deze eerdere studie naar tinnitus verder uitbreiden, omdat nog veel kennis ontbreekt. Zo is onbekend wat het verband is met gehoorverlies, genetische aanleg, de rol van biomarkers en de invloed van tinnitus op de kwaliteit van leven en participatie in het dagelijks leven . Eerder geïdentificeerde overlevenden met tinnitus zullen benaderd worden voor het uitvoeren van een gehoortest in de late effecten kliniek om mogelijk gehoorverlies op te sporen. .Ook zullen deelnemers vragenlijsten invullen over de kwaliteit van leven specifiek gericht op tinnitus. Daarnaast zullen de eerder ingevulde vragenlijsten over de kwaliteit van leven in het algemeen worden gebruikt. Reeds beschikbare genetische data van deze groep overlevenden zullen onderzocht worden om genetische aanleg voor tinnitus vast te stellen. Het eiwit prestine zal in serum van opgeslagen bloedsamples bekeken worden om te zien of veranderingen in deze waardes schade aan het binnenoor kan aantonen.
Overlevenden van kinderkanker ondervinden vaak bijwerkingen en een verminderde kwaliteit van leven door de behandeling, en tinnitus kan een aanzienlijke extra impact hebben. Onze studie is daarom belangrijk om routinematige screening te kunnen gaan toepassen in de praktijk, overlevenden te identificeren met een hoog risico hierop, en om psychologische/audiologische ondersteuning te bieden.
Dit onderzoek wordt financieel mogelijk gemaakt door KiKa.