Laaggradig glioom
Een laaggradig glioom is de meest voorkomende vorm van hersentumoren bij kinderen. Het is een langzaam groeiende tumor in de hersenen of het ruggenmerg. Als de tumor door een operatie helemaal verwijderd kan worden is de kans op genezing groot. Maar vanwege de plek van de tumor in de hersenen is dat niet altijd mogelijk. Dan is aanvullende behandeling nodig. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie en/of bestraling. Het effect van deze behandelingen is echter beperkt. Bovendien kunnen bijwerkingen zorgen voor schade in de hersenen. Daarom is er behoefte aan nieuwe (doelgerichte) medicijnen die de tumorgroei beter remmen en minder risico geven op langdurige schade.
Doelgerichte behandeling: tovorafenib
Een doelgerichte behandeling is een behandeling met medicijnen die recht op hun doel af gaan: direct naar de kankercellen. Daar zorgen ze ervoor dat de kankercellen stoppen met groeien. Tovorafenib is een voorbeeld van een doelgerichte behandeling. In tumorcellen van onder andere kinderen met een laaggradig glioom kunnen veranderingen aanwezig zijn in specifieke genen. Een voorbeeld van zo’n gen is het BRAF-gen. Veranderingen in het BRAF-gen zorgen ervoor dat de tumorcellen sneller groeien en beter overleven. Tovorafenib is een medicijn dat het effect van veranderingen in een (B)RAF-gen kan blokkeren.
Firefly-1 onderzoek
Tovorafenib is al eerder onderzocht bij een kleine groep kinderen met laaggradig glioom. In dit onderzoek vielen de bijwerkingen van het medicijn mee en het leek de tumorgroei te remmen. Met het FIREFLY-1-onderzoek wilden onderzoekers de veiligheid en werking van tovorafenib onderzoeken in een grotere groep kinderen, adolescenten en jongvolwassenen. In totaal deden 137 patiënten mee van 1-24 jaar oud. Allemaal hadden ze laaggradig glioom en veranderingen in het BRAF-gen. Ook hadden ze eerder al een of meer behandelingen gehad.
Resultaat
Behandeling met tovorafenib zorgde ervoor dat bij twee derde van de patiënten de tumor kleiner werd of helemaal verdween. Bij nog eens een kwart van de patiënten stopte de tumor met groeien. Dit effect was na gemiddeld drie maanden al zichtbaar en hield langer dan een jaar aan. ‘Hoewel er geen directe vergelijking was met chemotherapie, lijkt dit een veel betere reactie op therapie dan we tot nu toe hebben gezien voor deze groep tumoren’, zegt kinderoncoloog dr. Jasper van der Lugt (Prinses Máxima Centrum), die aan het onderzoek meewerkte.
Alle patiënten kregen te maken met een of meer bijwerkingen. Voorbeelden van bijwerkingen zijn verandering van haarkleur, bloedarmoede, vermoeidheid en huiduitslag. Maar over het algemeen werd de behandeling goed verdragen. Zeven procent van de patiënten moest vanwege bijwerkingen stoppen met de behandeling. De bijwerkingen van tovorafenib waren minder ernstig dan die van chemotherapie en andere medicijnen die gebruikt worden bij laaggradig glioom.
Vanwege de goede resultaten hebben de onderzoekers een internationale fase 3-studie opgezet (LOGGIC/FIREFLY-2) waaraan het Máxima ook deelneemt. Hierin wordt tovorafenib (DAY101) vergeleken met de standaard gebruikte chemotherapie bij kinderen en jongvolwassenen met laaggradig glioom en een BRAF-verandering. In dit onderzoek wordt de behandeling met tovorafenib als eerste behandeling ingezet.
De wetenschappelijke publicatie vind je hier: Kilburn LB, Khuong-Quang DA, Hansford JR, Landi D, van der Lugt J, et al. The type II RAF inhibitor tovorafenib in relapsed/refractory pediatric low-grade glioma: the phase 2 FIREFLY-1 trial. Nat Med (2023).