Kinderen die een hersentumor hebben gehad kunnen door de ziekte en/of behandeling problemen krijgen met denken, doen en hoe ze zich voelen. Bijvoorbeeld zich minder goed kunnen concentreren of minder goed in je vel zitten. Dit noemen we ook wel neuropsychologische problemen.
In het ERNIE onderzoek kijken we hoe we de invloed van deze problemen op het dagelijks leven kunnen verminderen, bijvoorbeeld op school, thuis of met vrienden. Het doel van dit onderzoek is om uit te zoeken wat er beter helpt bij het omgaan met de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor: een aanpak die voor iedereen hetzelfde is (gestandaardiseerd), of een aanpak die is aangepast op de klachten en doelen van het kind (gepersonaliseerd). Ook zijn we benieuwd hoe we de behandeling kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door te vragen naar de ervaringen van kinderen en hun ouders.