We kunnen ons voorstellen dat je hier vragen over hebt. Lees hieronder de antwoorden op veel gestelde vragen. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan contact op: communicatie@prinsesmaximacentrum.nl
Lees het nieuwsbericht hier.
Over hersenorganoïden
Over dit onderzoek
3D mini-organen worden gekweekt uit twee verschillende bronnen. De eerste zijn zogenaamde pluripotente stamcellen – dat zijn speciale cellen die nog tot veel andere soorten cellen kunnen uitgroeien. De tweede is menselijk weefsel – van een foetus of een volwassene. Deze twee soorten mini-organen hebben verschillende voordelen, en vullen elkaar dus goed aan als ‘gereedschap’ voor wetenschappelijk onderzoek.
Tot nu toe was het nog niet gelukt om hersenorganoïden uit weefsel te maken. In het nieuwe onderzoek is dat wel gelukt. Het voordeel is dat alle verschillende hersencellen in de mini-hersenen op een natuurlijke manier zijn ontwikkeld. De instructies van welk celtype ze moesten worden kwam vanuit het weefsel zelf, en werd niet gestuurd door de onderzoekers. Daarom kunnen deze zelf-organiserende organoïden onderzoekers helpen om andere, nieuwe vragen te beantwoorden over hoe de hersenen – en hersenziekten zoals hersentumoren – zich ontwikkelen.
Dit is een complexe vraag die binnen de onderzoeksgemeenschap controversieel is. We weten dat het waarschijnlijk is dat bewustzijn na de geboorte wordt gevormd. Een ontwikkeld neuraal systeem is noodzakelijk maar niet voldoende voor pijnervaring, de ontwikkeling van de geest is noodzakelijk om de subjectiviteit van pijn te begrijpen. Sommige onderzoeken suggereren dat de ontwikkeling van het sensorische zenuwstelsel dat geassocieerd is met pijngewaarwording kan beginnen rond de 26 weken in de zwangerschap, maar dan nog is de pijngewaarwordingservaring als kind en volwassene gerelateerd aan het bewustzijn. Dit is iets dat pas na de geboorte begint.
Volgende stappen
Niet per se. Bij sommige organen zijn er grote verschillen tussen menselijke en dierlijke modellen. Zo zijn er grote verschillen tussen de ontwikkeling van menselijke hersenen en de ontwikkeling van hersenen bij muizen: er zijn verschillende celtypen bij betrokken en verschillende genen zijn belangrijk. Bij onderzoek naar de hersenen zijn menselijke modellen dus van groot belang. Maar ook diermodellen zijn van onschatbare waarde geweest en zullen dat in de toekomst ook blijven.
Er is een groot verschil tussen een model in een schaaltje, hoe nauwkeurig ook, en een levend organisme. Onderzoek met organoïden is passend voor andere onderzoeksvragen dan diermodellen.. Je kunt de interactie tussen verschillende organen bijvoorbeeld niet bestuderen met organoïden, daarvoor zijn dierproeven nodig. Ook voor effecten van medicijnen of andere stoffen op het hele lichaam zijn nog steeds dierproeven nodig.
Lees hier meer over ons onderzoek met proefdieren.