De afgelopen decennia is er hard gewerkt aan de verbetering van de behandeling van kanker op kinderleeftijd en niet zonder succes: het overlevingspercentage is verbeterd naar meer dan 80%. Dit betekent dat de groep survivors steeds groter wordt. Helaas brengt de behandeling van kanker op kinderleeftijd ook een verhoogd risico op lange termijn gevolgen, de late effecten, met zich mee. Deze late effecten houden verband met een verhoogde morbiditeit en mortaliteit en hebben invloed op de kwaliteit van leven van de survivor.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat survivors die op kinderleeftijd een stamceltransplantatie hebben gehad een hoger risico hebben op metabool syndroom (een combinatie van overgewicht, hoge bloeddruk, verhoogde bloedsuikers en verhoogd cholesterol), vaatschade en vroegtijdige veroudering.
Tijdens mijn PhD ga ik op de LATER-poli een onderzoek uitvoeren met survivors die op kinderleeftijd een stamceltransplantatie hebben gehad. Met dit onderzoek willen we te weten komen hoeveel en welke patiënten een verhoogd risico hebben op de bovengenoemde late effecten. Daarnaast ga ik onderzoeken of leefstijlfactoren hier een rol in spelen. Als we meer inzicht hebben in welke survivors het hoogste risico lopen op deze late effecten, kunnen we de follow-up zorg voor deze survivors verbeteren door te screenen en vroegtijdig in te grijpen om zo de late effecten te voorkomen of te verminderen.
Supervisors: Dr. Dorine Bresters, Dr. Saskia Pluijm en prof. Dr. Leontien Kremer