Kinderen die kanker doormaken kunnen, als gevolg van de ziekte of behandeling, daarvan problemen ontwikkelen met bijvoorbeeld het geheugen, de concentratie of de snelheid van het denken. Dit zijn voorbeelden van cognitieve problemen die beperkend kunnen zijn in het dagelijks leven, omdat ze bijvoorbeeld invloed hebben op de zelfstandigheid van een kind, hun sociale interacties of op hun academische vaardigheden.
Op dit moment worden cognitieve problemen bij de meeste kankersoorten alleen onderzocht als daar een aanleiding voor is. Hierdoor worden cognitieve problemen soms pas later opgemerkt. Het doel van het NEMO Project is om te bekijken of we eventuele cognitieve problemen eerder en beter kunnen opmerken, door regelmatig kort de cognitie te testen. Door te kijken naar individuele trajecten hopen we in de toekomt kinderen die risico lopen beperkende cognitieve problemen te ontwikkelen eerder interventies te kunnen bieden en verdere achteruitgang te voorkomen