De behandeling van kinderkanker kan vele lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen veroorzaken, zelfs op latere leeftijd. We noemen dit late effecten. Late effectenzorg is essentieel om deze late effecten te voorkomen en behandelen. In het Prinses Máxima Centrum wordt late effectenzorg van hoge kwaliteit geboden op de LATER-poli. Maar veel andere kinderoncologische centra in Europa lopen tegen barrières aan wat betreft de implementatie van late effectenzorg, bijvoorbeeld een tekort aan kennis en financiering. Met mijn PhD project probeer ik de implementatie van late effectenzorg binnen deze centra te realiseren en bestaande zorgprogramma’s te verbeteren. Projecten waar ik een bijdrage aan lever zijn:
- PanCareFollowUp. Dit is een Europees project dat late effectenzorg implementeert en evalueert in 4 kinderoncologische centra in Europa. Daarnaast onderzoeken we de haalbaarheid en mogelijke effectiviteit van een persoonsgerichte leefstijlinterventie in het Radboud UMC en Prinses Máxima Centrum.
- PanCareSurPass, een ander Europees project dat het “Survivorship Passport” optimaliseert, implementeert en evalueert in 6 kinderoncologische centra in Europa.
- Een IGHG richtlijn voor metabool syndroom. Survivors van kinderkanker hebben een verhoogd risico op metabool syndroom, een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Met deze “evidence-based” richtlijn geven we aanbevelingen voor het screenen op metabool syndroom, wat in de toekomst mogelijk hart- en vaatziekten bij survivors van kinderkanker kan voorkomen.
Promotieteam: Prof. Dr. Leontien Kremer, Dr. Saskia Pluijm & Dr. Heleen van der Pal