Chemo- en radiotherapie zijn de belangrijkste middelen die we hebben in de behandeling van kinderkanker. Deze middelen kunnen zeer effectief tumorcellen doden, maar zijn tevens ongezond voor andere cellen in het lichaam. Hoewel dit zowel bij volwassenen als kinderen met kanker het geval is, is de schade vaak groter in een lichaam dat nog volledig in ontwikkeling is. Kinderen hebben na hun behandeling gemiddeld een langer leven voor zich, waardoor de late effecten ook vaker opspelen. ‘In het Máxima streven we ernaar om ieder kind te genezen’, vertelt Ruben, ‘en het liefst met een optimale kwaliteit van leven.’
Tweede kankers
Ruben leidt sinds 2017 zijn onderzoeksgroep in het Prinses Máxima Centrum en zoekt een antwoord op de vraag waarom kinderen kanker krijgen. Onderdeel van die vraag betreft tweede kankers, die regelmatig ontstaan als gevolg van chemo- en/of radiotherapie en vaak moeilijk te behandelen zijn. ‘In het Máxima wordt van zo veel mogelijk kinderen materiaal verzameld voor onderzoek en na genezing volgen we hen nog zo lang mogelijk’, vertelt Ruben. Dit stelt hem in staat om met terugwerkende kracht te bestuderen waarom sommige kinderen een tweede kanker hebben gekregen en vooral of dit aan de hand van het DNA voorspeld had kunnen worden.
Voorspellen en voorkomen
Voor zijn onderzoek naar tweede kankers focust Ruben zich op leukemie. Met deze ERC beurs krijgt hij de kans om drie richtingen te exploreren.
Naast het doden van tumorcellen beschadigt de behandeling van kinderkanker ook het DNA in gezonde cellen. ‘Dit kan als gevolg hebben dat er specifieke DNA-veranderingen opeenstapelen in deze cellen’, legt Ruben uit. ‘De meeste van deze veranderingen hebben geen effect op het functioneren van de cellen, maar soms ontstaat er een DNA-fout die ervoor zorgt dat er een tweede kanker kan gaan vormen. Het is zaak om uit te vogelen welke componenten van de behandeling voor deze specifieke DNA-fouten zorgen en of we die componenten kunnen vervangen.’
In sommige gevallen is niet alleen de behandeling de oorzaak van het ontstaan van een tweede kanker, maar is een persoon er ontvankelijk voor. Een erfelijke DNA-afwijking kan de kans op het ontwikkelen van tumoren vergroten. ‘Deze afwijkingen moeten we in kaart brengen’, zegt Ruben, ‘om te voorspellen welke patiënt een grotere kans heeft op een tweede kanker en vooral om te analyseren voor welke behandelingen de cellen in dit geval gevoelig zijn.’
Van de gebaande paden
In Rubens onderzoeksplannen is er nog een derde richting, die hij de ‘fertile ground hypothesis’ noemt. Hij vermoedt dat in ieder lichaam cellen bestaan, die door spontane DNA-afwijkingen de potentie hebben om een tumorcel te worden. Toch gebeurt dit zelden. ‘Mogelijk is er een beschermingsmechanisme in het lichaam dat voorkomt dat zo’n risico-cel zich daadwerkelijk verder ontwikkelt tot een tumorcel’, legt Ruben uit. ‘Door de behandeling met chemotherapie creëren we misschien wel de juiste omgeving waarin deze risico-cellen wel kunnen uitgroeien, omdat het beschermingsmechanisme wordt aangedaan.’
Door die laatste richting ook te onderzoeken, wijkt Ruben van de gebaande paden. ‘Ik ben er van overtuigd dat er dergelijk mechanisme bestaat’, zegt hij, ‘mijn onderzoeksgroep is er op ingericht dat mechanisme bloot te leggen.’
Prestigieuze Consolidator beursDe ERC erkent het belang, de potentie en het vernieuwende karakter van het onderzoek van Ruben. Met een bedrag van €2 miljoen kan Ruben de komende vijf jaar zijn onderzoeksgroep uitbreiden. In totaal vroegen 2453 wetenschappers de beurs aan, die uiteindelijk is toegekend aan ongeveer 12 procent van de aanvragers.