In samenwerking met Britse partners van het Wellcome Sanger Institute, de Universiteit van Cambridge en Great Ormond Street Hospital hebben onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum met nieuwe DNA-technologieën tumoren van jonge kinderen met een niertumor in detail onderzocht. Ze gebruikten geavanceerde sequencing, een methode waarmee wetenschappers het volledige genetische materiaal van de tumor snel en gedetailleerd kunnen uitlezen.
Meer variatie dan gedacht
Door individuele cellen van Wilms-tumoren genetisch in kaart te brengen, vonden de onderzoekers veel meer mutaties per cel dan eerder werd aangenomen. Dr. Jarno Drost, onderzoeksgroepsleider in het Prinses Máxima Centrum en Oncode Instituut, is co-senior auteur van de nieuwe studie. Hij zegt: ‘Dit wijst erop dat de genetische variatie van sommige kindertumoren veel hoger is dan gedacht. In sommige gevallen is dit zelfs vergelijkbaar met die van tumoren bij volwassenen.’ De bevindingen veranderen het beeld dat we hadden van kinderkanker en wijzen ook op kansen voor nieuwe of bestaande therapieën.
Implicaties voor behandeling
Tumoren met veel genetische variatie kunnen zich sneller aanpassen. Dit kan ervoor zorgen dat een behandeling stopt met werken. Maar grote variatie in de tumor biedt ook aanknopingspunten voor gerichte therapieën zoals immunotherapie. Deze behandelingen, nu vooral bekend uit de volwassen oncologie, kunnen in de toekomst mogelijk ook bij kinderen met Wilms tumor ingezet worden.
Unieke genetische verandering bij aangeboren tumoren
Een andere belangrijke ontdekking in het onderzoek is een specifieke genetische verandering (in het FOXR2-gen) die al tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder ontstaat. Deze mutatie blijkt verantwoordelijk voor een zeldzame aangeboren vorm van Wilms tumor, specifiek herkenbaar onder de microscoop, en met een eigen genetisch profiel. Het herkennen van deze mutatie kan in de toekomst bijdragen aan persoonlijk behandeladvies op maat.
Zorgvuldige balans
Jarno Drost: ‘De behandeling van Wilms tumoren vraagt om een zorgvuldige balans: de tumor bestrijden en terugkeer voorkomen, met zo min mogelijk impact op de kwaliteit van leven van het kind en het gezin. We begrijpen nu beter welke genetische veranderingen deze tumoren veroorzaken, en kunnen deze genetische subgroepen beter herkennen. Daarmee zetten we een grote stap richting meer gerichte en kindvriendelijke behandelingen.’