Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Hoog-risico leukemie blijkt agressiever bij kinderen met Downsyndroom

Kinderen met Downsyndroom hebben een lagere overlevingskans bij een bepaalde hoog-risico vorm van leukemie (ALL) dan kinderen zonder de beperking, blijkt uit nieuw onderzoek. Onderzoeker Naomi Michels in de Den Boer groep: ‘We moeten voor deze kinderen hard op zoek naar doelgerichte therapieën en immunotherapie.’

Kinderen met Downsyndroom hebben een hoger risico op acute lymfatische leukemie (ALL) dan kinderen zonder deze beperking. Van de 125 kinderen per jaar met een nieuwe diagnose ALL in het Prinses Máxima Centrum hebben er ongeveer vijf het syndroom van Down.

Kinderen met een hoger risico dat de kanker terugkomt krijgen normaal gesproken een intensievere behandeling. Bij kinderen met Down kan dit echter niet, omdat ze deze behandeling minder goed verdragen. Het syndroom is een genetische aandoening – maar het eventuele effect van de DNA-afwijkingen in de leukemiecellen bij Down was nog onbekend.

In een nieuwe studie vergeleken onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum en het Erasmus Medisch Centrum het effect van therapie bij leukemiepatiënten met en zonder Downsyndroom. De internationale studie, waaraan onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Scandinavië en Australië meededen, is vandaag gepubliceerd in het toonaangevende vakblad Lancet Haematology. In Nederland werd de studie gefinancierd door de Prinses Máxima Centrum Foundation en de Stichting Kinder Oncologisch Centrum Rotterdam.

Behandeling even effectief

Om rekening te kunnen houden met verschillen in bekende risicofactoren werden de gegevens van 136 leukemiepatiënten met Downsyndroom gekoppeld aan die van 407 kinderen die geen Downsyndroom hadden. De ‘koppels’ hadden dezelfde leeftijd, subtype ALL, en bloedwaardes bij diagnose. Zo wisten de onderzoekers dat verschillen die overbleven met het Downsyndroom te maken hadden.

Uit de analyse bleek dat de hoeveelheid leukemiecellen na de eerste maand van de behandeling net zo goed omlaag gebracht werd bij beide groepen kinderen. Maar de wetenschappers ontdekten een belangrijk verschil in langere termijn uitkomst tussen kinderen met en zonder Down bij de zogenoemde Ikaros-vorm van ALL.

Meer kans dat kanker terugkomt

Een DNA-fout in dit Ikaros-gen zorgt bij alle kinderen met leukemie voor een agressievere, moeilijker te behandelen vorm van de ziekte. Kinderen die ook Downsyndroom hadden bleken het nog slechter te doen dan kinderen zonder de beperking.

Naomi Michels, PhD-student in de Den Boer groep, ook verbonden aan het Oncode Institute, en de Zwaan groep, werkte mee aan het onderzoek. ‘Het Ikaros-gen geeft vooral een hogere kans op een recidief,’ vertelt ze. ‘Kinderen met Downsyndroom en Ikaros-ALL hadden meer kans dat de leukemie binnen vijf jaar na behandeling terugkwam.’ Dit was bij 37% van deze kinderen het geval, vergeleken met 13% van de Ikaros-ALL patiënten die geen Downsyndroom hadden. Bij andere soorten ALL was er geen noemenswaardig verschil tussen kinderen met en zonder Downsyndroom.

Minder bijwerkingen

De onderzoekers denken dat het verschil te maken heeft met een wisselwerking tussen de genetische verschillen bij Downsyndroom en het Ikaros-gen. Michels: ‘We moeten dus hard op zoek naar behandelingen met minder bijwerkingen – zoals doelgerichte therapieën en vormen van immunotherapie – om kinderen met Downsyndroom en deze hoog-risico vorm van ALL beter te kunnen behandelen.’