Nieuwe medicijnen voor kinderkanker komen nog altijd vaak voort uit de volwassen oncologie. Als er sprake is van dezelfde moleculaire achilleshiel in de tumor, kun je onderzoeken of doelgerichte medicijnen die voor volwassenen al bestaan, ook werken bij kinderen. Maar kinderkanker is fundamenteel anders, vertelt Molenaar. ‘Zo’n driekwart van de moleculaire veranderingen bij volwassen kanker bestaat niet bij kinderkanker en andersom: er is maar een kwart aan overlap,’ legt hij uit. ‘Door je voor kinderkanker te beperken tot medicijnen die voor volwassenen gemaakt zijn ga je voorbij aan mogelijke nieuwe behandelingen.’
Therapie op maat
In zijn onderzoek richt Molenaar zich op het ontwikkelen van therapie op maat voor elk kind met kanker. Dit doet hij door de vertaalslag te maken tussen fundamentele biologie naar nieuwe behandelingen. De high-throughput screening kernfaciliteit in het Prinses Máxima Centrum speelt daarbij een grote rol. Daarmee kunnen in korte tijd heel veel mogelijke kandidaat-medicijnen getest worden om te kijken of ze effect hebben op bepaalde genetische of moleculaire zwaktes van een tumor.
Samen met het departement farmaceutische wetenschappen wil Molenaar zich gaan richten op het maken van nieuwe medicijnen die specifiek gericht zijn tegen de afwijkingen in kinderkanker. Hiervoor zullen ze gebruik gaan maken van diverse technieken zoals het inpakken van medicijnen in kleine nano-partikels. Daarnaast gaan ze gecombineerde moleculen (zogenaamde PROTACs) maken en testen op cellijnen en 3D-minitumoren van kinderkanker.
Uitwisseling van technieken
Molenaar ziet de samenwerking tussen de Bètafaculteit en het Máxima als het belangrijkste doel van zijn leerstoel. ‘Met mijn hoogleraarschap kan ik het verband tussen de farmaceutische wetenschappen en het Máxima neerzetten, waar collega-onderzoekers in beide organisaties dan op aan kunnen sluiten’. Met name de uitwisseling van technieken ziet hij als waardevol. ‘Door high-throughput screening te combineren met analyses van geactiveerde eiwitten in een tumor kunnen we straks veel gerichter zoeken naar overlap om veelbelovende mogelijke nieuwe kankermedicijnen te vinden.’
Er is geen winstgevend model voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen voor kinderkanker. ‘Dat móet je dus binnen de academie doen,’ vindt Molenaar. ‘Aan de andere kant is het belangrijk dat de academie juist meer translationeel onderzoek doet om de biologische kennis verder te brengen. Ik wil echt nieuwe therapieën gaan ontwikkelen voor kinderkanker.’
Prof. dr. Jan Molenaar is per 1 april aangesteld als hoogleraar Precision Medicine in Pediatric Cancer aan de Bètafaculteit van de Universiteit Utrecht. Zijn oratie vindt op een nader te bepalen moment plaats.