In veel gevallen veroorzaken chromosomale herschikkingen (chromosomal rearrangements) AML bij kinderen; heel vroeg in de prenatale ontwikkeling raakt een proces ontregeld. Dit resulteert in een verandering in de structuur van de chromosoom, die DNA bij zich draagt. ‘Zo’n herschikking is uniek voor kanker’, zegt Heidenreich.
‘Meestal krijgt een patiënt AML als verscheidene genetische afwijkingen zich op hebben gestapeld’, legt Heidenreich uit, ‘de chromosomale herschikking is altijd de eerste treffer.’ In eerdere onderzoeken en in samenwerking met internationale groepen, heeft het team van Heidenreich aangetoond dat zulke herschikkingen een vereiste zijn voor AML om aan te houden.
‘Als de kanker een marionet is, dan is de chromosomale herschikking zijn meester’, legt Heidenreich. ‘Als je de pop vernietigt, dan maakt de meester gewoon een nieuwe. Maar als je de meester aanvalt, dan is de pop machteloos.’
Heidenreichs ideeën zijn ambitieus; hij streeft ernaar om de chromosomale herschikkingen direct aan te pakken met moleculaire scharen genaamd small interfering RNA (siRNA). Dit zijn kleine stukjes RNA die de effecten van de chromosomale herschikking kunnen tegenhouden. Dat wil zeggen, als het het team lukt om de siRNA op de juiste plek te krijgen. Hiervoor gebruiken zij lipide nanodeeltjes. ‘Laten we ze gewoon magische kogels noemen’, versimpelt Heidenreich het.
Daarnaast zijn Heidenreich en Vormoor op zoek naar verstoringen in de moleculaire paden die het directe gevolg zijn van de chromosomale herschikking. Ze willen nieuwe combinaties aan medicijnen vinden die zich op deze paden richten. Heidenreich: ‘Als we de verstoorde paden vinden en we weten hoe we die kunnen bereiken, dan kunnen we de touwtjes tussen de pop en zijn meester doorknippen.’