Schimmelinfecties zijn moeilijk te behandelen infecties, waar kinderen erg ziek van kunnen worden en zelfs aan kunnen overlijden. In het Prinses Máxima Centrum wordt voortdurend gewerkt aan het verbeteren van de behandeling en het vinden van nieuwe manieren om deze infecties te voorkomen of te behandelen. Didi Bury, PhD-student in het Máxima, in samenwerking met het Radboud UMC, werkt vanaf 2018 aan haar promotieonderzoek in een team van de Tissing groep naar de werking van micafungine in een patiëntvriendelijk schema bij kinderen met Acute Lymfatische Leukemie (ALL). Hoe kunnen schimmelinfecties in de vroege fase van de behandeling voorkomen of verminderd worden bij deze kinderen?
Twee keer per week
Kinderen met ALL kregen voorheen geen medicijnen om schimmelinfecties te voorkomen in de beginfase van hun behandeling. Zij krijgen dan ook het medicijn vincristine en de meeste medicijnen om schimmelinfectie te voorkomen kunnen daarmee niet gecombineerd worden. De afbraak van vincristine wordt namelijk door deze medicijnen geremd, waardoor er ernstige bijwerkingen kunnen ontstaan. Toch kregen 7-8 kinderen per jaar in deze vroege fase van de ALL behandeling wél een schimmelinfectie. Didi Bury: ‘Wij wilden graag onderzoeken of we met het medicijn micafungine het aantal schimmelinfecties konden verminderen. Dit medicijn mag namelijk wel tegelijkertijd met vincristine gegeven worden. Normaal gesproken krijgt een kind eenmaal per dag via een infuus micafungine toegediend. In dit onderzoek werd naar de werking bij toediening twee keer per week gekeken, dat is natuurlijk patiëntvriendelijker.’
Preventief en effectief
Didi Bury trok conclusies en publiceerde de resultaten al in een gerenommeerd tijdschrift. De resultaten zijn onmiddellijk in praktijk gebracht. Didi: ‘Tweemaal per week micafungine vermindert het aantal schimmel infecties in de vroege fase van de behandeling van ALL bij kinderen met ~80%. Het is dus een effectieve, preventieve behandeling om kinderen te beschermen tegen schimmelinfecties. Dit regime is standaard opgenomen in het ALLTogether behandelprotocol. Toekomstig onderzoek zal moeten laten zien of nieuwe medicijnen met een vergelijkbare werking in een nog patiëntvriendelijker schema kunnen worden toegediend, bijvoorbeeld maar één keer per week of bijvoorbeeld via tablet of drank.’