Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Artegiani & Hendriks groep 'up and running'

Sinds 2024 zijn onderzoekers Dr. Benedetta Artegiani en Dr. Delilah Hendriks de eerste wetenschappers die samen een onderzoeksgroep leiden in het Prinses Máxima Centrum. Hun gezamenlijke leiderschap brengt nieuwe energie en een breder perspectief in het onderzoek naar het ontstaan ​​van hersen- en levertumoren bij kinderen.

De onderzoeksgroep van Artegiani & Hendriks richt zich op het begrijpen hoe cellen in de zich ontwikkelende hersenen en lever kunnen transformeren tot kanker. Met behulp van geavanceerde technieken zoals organoïden – mini-organen die in het laboratorium worden gekweekt – bestudeert het team hoe tumoren zich ontwikkelen en groeien. De onderzoekers kijken ook naar hoe toxische stoffen dit proces kunnen beïnvloeden. Artegiani en Hendriks combineren hun expertise in hersenontwikkeling en levertoxicologie. Zo willen ze inzicht geven in wat er misgaat tijdens de vroege ontwikkeling, hoe dat kan leiden tot kinderkanker, en in de eerste stappen in het ontstaan ​​van lever- en hersenkanker.

'Twee perspectieven maken ons sterker'

Als co-leiders geloven Artegiani en Hendriks dat hun samenwerking zowel hun onderzoek als het team ten goede komt. Artegiani: ‘Het helpt ons om problemen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken, en dat maakt ons onderzoek sterker.’ Hendriks voegt toe: ‘Door twee begeleiders te hebben, kunnen we meer diverse input en ondersteuning bieden.’

Prof. dr. René Medema, Chief Scientific Officer van het Máxima Centrum, is positief over deze nieuwe vorm van co-leiderschap: ‘Het werk van de onderzoeksgroep van Artegiani & Hendriks versterkt niet alleen de wetenschappelijke kennis, maar geeft ook een voorbeeld van hoe samenwerking leiderschap en innovatie in de kinderoncologie kan bevorderen.’

Meer tijd, meer ondersteuning

Het duo werkt al samen sinds hun postdocjaren en is op natuurlijke wijze uitgegroeid tot een co-leiderschapsmodel. ‘We begonnen met een gedeeld idee en breidden onze projecten geleidelijk uit. Het voelde als een natuurlijke evolutie, niet als een beslissing die we moesten forceren,’ legt Hendriks uit.

Co-leiderschap betekent ook dat ze meer beschikbaar zijn voor het team. ‘Zelfs als een van ons in een vergadering zit, kan de ander instappen om te begeleiden of te helpen in het lab,’ zegt Hendriks. ‘Het creëert een gevoel van vertrouwen – we staan ​​echt voor onze groep klaar.’

Samen sterker, voor kinderen met kanker

Promovendi in de Artegiani & Hendriks groep zijn enthousiast over deze vorm van co-leiderschap. Anna Pagliaro: ‘Werken in een lab met twee groepsleiders gaf me een breder perspectief op mijn projecten. Discussies kosten misschien meer tijd, maar ze helpen ons sneller tot solide conclusies te komen.’ Francesco Andreatta benadrukt de wetenschappelijke voordelen: ‘De mix van achtergronden, van fundamentele biologie tot toxicologie, creëert ruimte voor nieuwe ideeën. En doordat twee wetenschappers de data beoordelen, verbetert de kwaliteit van het werk.’ Roxy Finger voegt eraan toe: ‘Wat ik het meest waardeer, is dat ze altijd tijd voor ons maken, zelfs met hun drukke schema’s.’

Met hun gezamenlijke inspanningen wil het team bijdragen aan de missie van het Máxima Centrum: elk kind met kanker genezen, met de best mogelijke kwaliteit van leven. ‘Door ideeën te delen en nauw samen te werken aan elk project, geloven we dat we beter toegerust zijn om kinderkankers beter te begrijpen en dat we kunnen helpen nieuwe manieren te vinden om ze te behandelen,’ besluit Artegiani.