Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Chemotherapie versnelt DNA-veroudering

Chemotherapie leidt tot versnelde veroudering op DNA-niveau van gezonde cellen bij kinderen met kanker, blijkt uit nieuw onderzoek. Deze veroudering draagt bij aan het verhoogde risico op het ontwikkelen van een nieuwe, tweede kanker bij survivors van kinderkanker. Promovenda Eline Bertrums: ‘Ons onderzoek legt de basis om te kijken of een andere behandeling het risico op een tweede kanker kan verlagen of zelfs voorkomen.’

Chemotherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling voor kinderen met kanker, en zorgt dat steeds meer kinderen genezen. Survivors van kinderkanker krijgen soms wel te maken met late effecten van hun behandeling, waaronder op het ontwikkelen van een tweede kanker. Dat risico is zeer klein, maar ongeveer vijf à zes keer groter dan in de ‘normale’ populatie. Tien jaar na de behandeling is het risico van survivors weer terug op het normale, lage niveau.

Bloedstamcellen

In nieuw onderzoek, gepubliceerd in het vakblad Cancer Discovery, vergeleken onderzoekers uit de Van Boxtel groep in het Prinses Máxima Centrum de gezonde bloedstamcellen van 24 kinderen vóór en na hun behandeling. Ze ontdekten dat de natuurlijke verouderingsprocessen in de gezonde cellen versneld waren: de bloedstamcellen van kinderen na de behandeling bevatten een flink hoger aantal veranderingen in het DNA vergeleken met de bloedstamcellen van dezelfde kinderen vóór de behandeling.

Schadelijke effecten

Dr. Ruben van Boxtel, onderzoeksgroepsleider in het Prinses Máxima Centrum en Oncode Investigator, is leider van de nieuwe studie: ‘We zagen dat de versnelde DNA-veroudering de belangrijkste oorzaak bleek van het schadelijke effect van behandeling met chemotherapie. Uit ons onderzoek bleek ook dat bepaalde vormen van chemotherapie, met platina of thiopurine, DNA-schade aanrichtte die direct kan leiden tot de ontwikkeling van een tweede kanker.’

‘Ook al klinken onze resultaten misschien zorgwekkend, de therapie brengt nog altijd veel minder schade aan dan de leukemie waarvoor een kind wordt behandeld,’ benadrukt Van Boxtel. ‘De overgrote meerderheid van de kinderen ontwikkelt na behandeling voor leukemie géén tweede kanker. Daarom is het in de toekomst belangrijk om erachter te komen welke kinderen dat risico wél lopen.’

Risico verlagen of zelfs voorkomen

Met de bevindingen uit de nieuwe studie kunnen onderzoekers bepalen wat de meest schadelijke vormen van chemotherapie zijn, en kan in de toekomst mogelijk een minder schadelijke behandeling worden ontwikkeld. De resultaten zijn bekend bij kinderoncologen, die de beste therapie voor een kind kiezen door de werking af te wegen tegen de mogelijke bijwerkingen en late effecten.

Promovendi Eline Bertrums, Axel Rosendahl Huber en Jurrian de Kanter in de Van Boxtel groep werkten samen aan het onderzoek. ‘In onze nieuwe studie laten we zien welke effecten bepaalde therapieën voor leukemie hebben op het DNA,’ vertelt Bertrums. ‘Zo hopen we te kunnen voorspellen welke kinderen een grotere kans hebben op een tweede kanker. De volgende stap is om te onderzoeken of we hen eerder kunnen herkennen. Ons onderzoek legt de basis om te kijken of een andere behandeling het risico op een tweede kanker kan verlagen of zelfs voorkomen.’

Risico neemt weer af

Het lijkt erop dat de versnelde veroudering met de tijd afneemt. De onderzoekers vonden namelijk minder signalen van veroudering in de bloedstamcellen die het langst na de behandeling waren afgenomen. Meer onderzoek is nodig om uit te zoeken waarom dat zo is. Maar deze bevinding lijkt te kloppen met eerder onderzoek waaruit blijkt dat het risico op een tweede kankerdiagnose tien jaar na behandeling weer gelijk is aan dat van kinderen die geen kanker hebben gehad.

Ben je of is je kind onder behandeling (geweest) voor leukemie en heb je vragen over dit onderzoek? Bekijk de Vraag & Antwoord pagina of neem contact op met je behandelend arts.