Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Van Boxtel groep

Het doel van ons onderzoek is om de oorzaken van kinderkanker en therapie-gerelateerde tweede kankers te bestuderen. Onze visie is dat meer begrip over het ontstaan van kanker zal bijdragen aan een verbeterde diagnose, keuze van behandeling en preventieve maatregelen. Ons onderzoek richt zich op het vinden van de processen die DNA-veranderingen veroorzaken in verschillende weefsels, waardoor cellen kunnen transformeren in kankers.

Groepsleider: Dr. Ruben van Boxtel
Phone +31 (0) 88 972 51 90
 Thema 1: Het ontstaan van kinderkanker

Waarom krijgen kinderen kanker? Voor sommige kankersoorten, zoals leukemie, is er een hogere incidentie in jonge kinderen vergeleken met jongvolwassenen. Dit is vreemd, omdat kankers gedreven worden door DNA-veranderingen en jonge cellen hebben een kleiner aantal van dit soort veranderingen vergeleken met oudere cellen. Echter, de factoren die belangrijk zijn in het veroorzaken van leukemie zijn nog onbekend. Door DNA-veranderingen systematisch in kaart te brengen in bloedstamcellen voordat deze transformeren in een leukemie, willen we de moleculaire en cellulaire mechanismen in kaart brengen die belangrijk zijn voor het ontstaan van de ziekte. Om dit te bereiken, combineren we celkweeksystemen, DNA-sequensen en bio-informatica, zodat we de processen in kaart kunnen brengen die verantwoordelijk voor het veroorzaken van kanker drijvende DNA-veranderingen. Vervolgens onderzoeken we hoe cellen met deze specifieke DNA-veranderingen uiteindelijk kunnen uitgroeien tot een kanker. Ook maken we gebruik van celkweek systemen in combinatie met het gericht aanbrengen van genetische veranderingen om onze bevindingen direct in relevante cellen te valideren. Dit werk zal bijdrage aan het identificeren van risicofactoren voor kinderkanker en een verbeterde interpretatie DNA-data voor diagnostische doeleinden.

"Als we kanker willen verslaan, moeten we het ontstaan van de ziekte begrijpen."Ruben van Boxtel - Groepsleider

 

Thema 2: De consequenties van behandeling op stamcellen

Wat veroorzaakt tweede kankers bij mensen die een eerdere kinderkanker overleefd hebben? Mensen die kinderkanker overleven, hebben als gevolg van hun levensreddende therapie een verhoogde kans op het ontwikkelen van een tweede kanker. Om langdurige overleving en kwaliteit van leven te waarborgen is het belangrijk om patiëntgebonden risicofactoren te identificeren en preventieve maatregelen te ontwikkelen. Hiervoor is een beter begrip nodig wat betreft het ontstaan van tweede therapie-gerelateerde kankers. Om dit te bereiken, zullen wij de moleculaire en cellulaire mechanismen identificeren en bestuderen, die belangrijk zijn voor de initiatie van tweede kankers. Dit doen we door DNA-veranderingen te bestuderen in stamcellen van patiënten, die een tweede therapie-gerelateerde kanker hebben ontwikkeld. Door normale stamcellen van deze patiënten te vergelijken met kankercellen willen we de processen identificeren die kanker drijvende DNA-veranderingen veroorzaken en bestuderen hoe deze ervoor zorgen dat de kankercellen kunnen uitgroeien. Met deze studies zullen we patiëntgebonden risicofactoren identificeren en uiteindelijk bijdragen aan nieuwe preventieve therapieën.

Bloedstamcellen uit de navelstreng zijn gesorteerd aan de hand van geselecteerde deeltjes (FACS-sorting).  Kankercellen (CD34+Lin-) zijn per cel gesorteerd in een plaat met 384 wellen. De rode punten weerspiegelen de gesorteerde cellen. Ongeveer 25% van deze cellen zijn van het type CD34+Lin-CD38-CD45RA-.

Methode: DNA als een historisch archief boordevol informatie over het leven van een cel

Kanker is een resultaat van evolutionaire processen, die actief zijn in normale weefsels. Veranderingen in het DNA vinden stochastisch plaats en zorgen voor variatie tussen cellen. Vervolgens zijn er evolutionaire krachten actief, zoals selectie en drift, die de clonale compositie van cel populaties vormen. Sommige DNA-veranderingen geven cellen de eigenschap om onafhankelijk te worden van externe groeistimuli, of juist ongevoelig voor intrinsieke remmingen, waardoor ze ongecontroleerd kunnen gaan delen. Afhankelijk van welke evolutionaire krachten op dat moment actief zijn, kan deze genetische diversiteit bijdragen aan de initiatie van kanker. DNA is het grootste biomolecuul in cellen dat, in tegenstelling tot andere moleculen, niet vervangbaar is. Hierdoor zullen DNA-veranderingen, die het resultaat zijn van verkeerd of niet-gerepareerde DNA-schade, gedurende het leven van een cel ophopen. De complete collectie van DNA-veranderingen in een cel op een bepaald moment kan daarom gezien worden als een historisch archief, dat afdrukken bevat van mutagene processen, selectieve druk en informatie over de genetische relatie tussen verschillende cellen in een populatie. Het is onze missie om dit archief te ontcijferen en zo te achterhalen wat de moleculaire en cellulaire mechanismen zijn die bijdragen aan de ontwikkeling van kanker.

De witte bloedcellen (AHH-1) worden gekweekt in het laboratorium. Het zijn menselijke cellen die in kweek heel stabiel zijn. We gebruiken ze onder andere voor genetische studies. 

 

Van Boxtel groep