Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Combinatietherapie brengt CAR-T voor neuroblastoom een stapje dichterbij

Onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum hebben ontdekt waarom een veelbelovende soort immunotherapie, CAR T-celtherapie, bij kinderen met neuroblastoom tot nu toe niet goed werkt. Ze vonden in het lab een manier om de blokkade op te heffen, waardoor deze therapie in de toekomst mogelijk veel meer kinderen kan helpen.

Neuroblastoom is een agressieve tumor die ontstaat in het zenuwstelsel. In Nederland krijgen elk jaar zo’n 25 tot 30 kinderen deze vorm van kanker. Kinderen bij wie de kanker terugkomt na de behandeling, of bij wie de tumor is uitgezaaid, hebben een slechte prognose. Nieuwe, betere behandelingen voor hoog-risico neuroblastoom zijn dus hard nodig.

Wisselende resultaten

Eén van die mogelijke nieuwe behandelingen is CAR T-celtherapie. Dat is een vorm van immunotherapie. Bij CAR-T worden de eigen afweercellen van het kind aangepast zodat ze de tumor kunnen herkennen en aanvallen. Deze aanpak werkt goed bij kinderen met sommige vormen van bloedkanker.

Bij neuroblastoom zijn de resultaten tot nu toe wisselend. Josephine Strijker, promovenda in de Molenaar groep in het Prinses Máxima Centrum, wilde weten waarom dat zo is. ‘We zagen uit eerdere studies dat CAR T-cellen wel werken bij kleine tumoren, maar minder goed bij grotere. Toen dachten we: waarschijnlijk remt de tumor het afweersysteem en dus de CAR T-cellen af,’ vertelt ze.

Rem op de afweer

Dr. Judith Wienke, toen postdoctoraal onderzoeker in de Molenaar groep, dook diep in de biologie van neuroblastoomtumoren. Ze bekeek hoe tumorcellen en afweercellen elkaar beïnvloeden. Daaruit bleek dat sommige tumorcellen stoffen uitscheiden die de afweercellen afremmen. Eén stof sprong eruit: MIF.

‘Toen viel alles op z’n plek,’ zegt Strijker. ‘In mijn experimenten zag ik dat MIF veel wordt uitgescheiden door neuroblastoomcellen. Nu bleek dat het de afweercellen ook echt minder actief maakt.’

Verdediging omzeilen

De onderzoekers testten of het blokkeren van MIF zou helpen. Collega’s aan de Rijksuniversiteit Groningen maakten een prototype van een medicijn dat het MIF-eiwit afbreekt. In het laboratorium en in muizen zagen Wienke, Strijker en collega’s dat CAR T-cellen zonder MIF veel beter hun werk deden en de tumorcellen weer konden aanvallen.

‘Met deze aanpak omzeilen we de verdediging van de tumor, en maken we die weer kwetsbaar voor de aanval van het afweersysteem,’ legt Wienke, aankomend onderzoekgroepsleider in het Máxima, uit. ‘Dat vergroot de kans dat CAR T-cellen ook bij kinderen met hoog-risico neuroblastoom goed kunnen werken.’

Basis voor klinische studies

De volgende stap is om deze gecombineerde behandeling – CAR T-cellen mét MIF-remmer – verder te testen. En om het prototype medicijn – een zogenaamde PROTAC – te verfijnen. Dit vervolgonderzoek kan de basis vormen voor nieuwe klinische studies bij kinderen met een hoog-risico neuroblastoom.

Wienke hoopt dat het onderzoek snel kan bijdragen aan betere behandelingen: ‘CAR T-celtherapie is heel veelbelovend, maar bij neuroblastoom werkt het nog niet goed. Veel onderzoek kijkt naar het verbeteren van de CAR T-cellen zelf. Wij hebben het probleem juist van de andere kant benaderd: hoe maak je de tumor gevoeliger voor CAR-T? Met ons onderzoek brengen we CAR-T voor kinderen met neuroblastoom een stap dichterbij.’

Het onderzoek was een internationaal project, met bijdragen van groepen uit Philadelphia, Londen en Singapore, en werd mede mogelijk gemaakt door steun van onder andere Villa Joep en KNAW. De studie is gepubliceerd in het European Journal of Cancer.