Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Een subtype van medulloblastoom onder de loep: nieuw onderzoek maar met bestaande chemo

Een nieuwe studie onderzoekt of een bestaande chemotherapie werkt bij een subtype van medulloblastoom, een agressieve hersentumor die voornamelijk bij kinderen voorkomt. Postdoc Hans Meel van de Hulleman groep: ‘We zijn nog in een vroeg stadium, maar onze hoop en verwachting is dat gemcitabine ook bij deze patiënten zal werken.’

Medulloblastoom is de meest voorkomende soort kwaadaardige hersentumor bij kinderen. De ziekte kan goed behandeld worden, maar bij een aanzienlijk deel van de kinderen blijft de kanker terugkomen. Daarnaast zijn sommige kinderen zo jong bij diagnose dat ze niet bestraald kunnen worden vanwege de ernstige gevolgen op de lange termijn. De prognose van kinderen met deze SHH-vorm van medulloblastoom is niet goed: afhankelijk van andere factoren overlijdt tot de helft van de patiënten. Nieuwe behandelingen zijn dus hard nodig.

Deze maand is een nieuw onderzoek van start gegaan naar de mogelijkheid om de bestaande chemotherapie gemcitabine in te zetten tegen deze specifieke vorm van medulloblastoom. Eerder onderzoek door Dennis Metselaar in de Hulleman groep vond dat de SHH-subgroep van ATRT, een andere soort hersentumor, bijzonder gevoelig is voor gemcitabine. De werking van dit middel heeft te maken met de zogenoemde SHH-signaalketen in de cel, die hogere activiteit heeft in SHH-tumoren.

Veiligheid is al bewezen
Dr. Hans Meel is kinderarts in opleiding en postdoc in de Hulleman groep. In de nieuwe pilotstudie zal hij eerst bekijken of 3D minitumoren van SHH-medulloblastoom net zo gevoelig zijn voor gemcitabine als SHH-ATRT. Als dit bevestigd is, worden in een volgende fase muizen met SHH-medulloblastoom behandeld met gemcitabine om de therapeutische waarde goed in te schatten.

‘Het grote voordeel van gemcitabine is dat de veiligheid al is bewezen in kinderen,’ legt Meel uit. ‘Er zijn al behandelprotocollen voor bijvoorbeeld leverkanker, en het middel is al getest bij kinderen met andere hersentumoren, zoals DIPG en glioblastoom. We zijn nog in een vroeg stadium, maar onze hoop en verwachting is dat gemcitabine ook bij de SHH-subgroep van medulloblastoom zal werken.’

Gen-analyse
In de pilotstudie zal Meel met behulp van analyses van genactiviteit bestuderen of gemcitabine op dezelfde manier werkt bij SHH-medulloblastoom als in het eerdere onderzoek. Daarna staat vervolgonderzoek gepland om dieper in te gaan op de biologische werking en te onderzoeken met welke andere middelen gemcitabine het beste gecombineerd zou kunnen worden.

SHH-medulloblastoom wordt gekenmerkt door abnormale activiteit van de zogenoemde ‘Sonic Hedgehog’ signaalketen in de cel. Deze signaalketen leidt ertoe dat de tumorcellen oneindig kunnen delen, en maakt ze resistent voor chemotherapie en bestraling. Meel: ‘Gemcitabine werkt door een centraal eiwit in deze signaalketen versneld af te breken, waardoor de tumorcellen van deze eigenschappen worden beroofd. Daarom is gemcitabine een veelbelovend middel voor SHH-subgroepen.’

Het onderzoek van Hans Meel naar SHH-medulloblastoom wordt gefinancierd door Koppie-Au, een stichting voor onderzoek naar hersentumoren. Het onderzoek is begin maart van start gegaan, en de bedoeling is om de pilot eind 2021 af te ronden en daarna een vervolgstudie te doen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de onderzoeksgroep van Marcel Kool en kinderoncoloog Sabine Plasschaert.