In dit onderzoek brachten de onderzoekers data van de Nederlandse DCOG LATER studie samen met data van het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief om goedaardige vaste tumoren te identificeren. Van de 5843 Nederlandse vijfjaars overlevers van kinderkanker, ontwikkelde 542 (9.3%) een goedaardige tumor op een mediaan controlemoment van 22,7 jaar later en op een mediaan leeftijd van 30,0 jaar; de hoogste cumulatieve incidentie werd gevonden in overlevers die behandeld waren met enkel radiotherapie (16,7%). Tumoren aan het zenuwstelsel, vleesbomen en osteochondroom zijn geassocieerd met voorafgaande plaatselijke radiotherapie. Een mogelijk associatie van de radiotherapie op de borst met fibroadenoom was niet bevestigd in onze studie.
Deze bevindingen in volwassenen die kinderkanker hebben gehad zijn van belang voor een vroege diagnose, voor het ontwikkelen van orgaanspecifieke richtlijnen waarin enkele goedaardige tumoren worden opgenomen en om etiologische studies te sturen.
De DCOG LATER studie is een nationaal samenwerkingsverband dat wordt geleid door het Prinses Máxima Centrum. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd door DCOG LATER wetenschappers en artsen, geleid door Leontine Kremer in het medische vakblad JAMA Oncolgy.