Dát de samenstelling van je dieet effect heeft op de gezondheid en levensduur is algemeen bekend. Maar het plaatje over de lange termijn gezondheidseffecten van specifieke voedingsonderdelen en de bijbehorende hoeveelheden is nog niet compleet. Onderzoekers van de Hoeijmakers-groep in het Prinses Máxima Centrum onderzochten daarom het effect op celveroudering van eiwitinname, een van de belangrijkste voedingsstoffen. In dit onderzoek bleken snel verouderde muizen die overmatig eiwitten en minder koolhydraten aten, korter te leven dan soortgenoten die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen innamen. De resultaten zijn vandaag gepubliceerd in Nature Metabolic Health and Disease.
Doordachte eiwitinname
Ivar van Galen, promovendus in de Hoeijmakers-groep, is eerste auteur van de studie. In de studie kregen muizen een meer dan verdubbelde eiwitiname ten opzichte van het zogenaamde standaard controledieet: ‘We zagen bij snel verouderde muizen dat deze sterk verhoogde inname van eiwitten in combinatie met een verminderde inname van koolhydraten zorgde voor meer schade aan het DNA. Deze extra schade aan het hele genoom leidde tot een significant kortere levensduur. We vermoeden dat het vooral gaat om de hoeveelheid eiwit uit het dieet dat niet door het lichaam wordt gebruikt voor bijvoorbeeld spieropbouw. Deze ‘rest’ eiwitten worden omgezet in energie en de bijproducten van dit proces kunnen onder andere tot DNA-schade leiden.’
Verouderde muizen en de mens
Voor het onderzoek werden zogenoemde ‘snel verouderde muizen’ gebruikt. De eigenschappen van de cellen en het DNA van deze muizen maken onderzoek naar celveroudering en de effecten hiervan sneller mogelijk, vergeleken met onderzoek met ‘gewone’ muizen. Dr. Wilbert Vermeij, senior postdoctoraal en Oncode Institute onderzoeker, leidde het onderzoek en legt uit hoe de resultaten van deze voedingsstudie bij muizen zijn te vertalen naar de mens: ‘Er is ook beperkte, gepubliceerde, publieke onderzoeksdata beschikbaar van eenzelfde soort onderzoek bij ‘gewone’ muizen, ratten en mensen. We hebben die data vergeleken met onze data en zagen eenzelfde trend. Dit maakt het aannemelijk dat wat wij in onze muizen zagen direct te vertalen is naar de mens en dus ook kinderen met kanker.’
Aangepast dieet?
Om het exacte kantelpunt van verhoogde eiwitinname richting celveroudering en een kortere levensduur te bepalen is meer onderzoek nodig, ook in combinatie met het effect van beweging. Tot die tijd geeft Vermeij aan dat het goed is om voorzichtig te zijn met sterk verhoogde eiwitinname. ‘Hoewel het gaat om hoeveelheden die kinderen met kanker door diverse redenen zelden innemen, hebben zij vanwege hun behandeling al meer kans op DNA-schade. Evenals kinderen met zeldzame verouderingsziekten. Zij moeten het risico op aanvullende DNA-schade, zoals door sterk verhoogde eiwitinname, dan ook beperken.’
In de onlangs in het Máxima geopende FitCo-studie wordt de eiwit-inname van kinderen met kanker daarom ook meegenomen. Daarbij wordt bloed afgenomen, zodat de Hoeijmakers-groep de transcriptiestress als maat voor DNA-schade, bij deze kinderen kan meten. Zo krijgt dit onderzoek een vervolg in deze studie naar hoe voeding en beweging en lichaamssamenstelling invloed hebben op behandeluitkomsten en de kwaliteit van leven van kinderen met kanker.
Dit onderzoek is financieel onder andere mogelijk gemaakt door het Amerikaanse National Institute of Health (NIH), het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Regiodeal Foodvalley en Oncode Insitute.