Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Onderzoek naar verbeteringen stamceltransplantatie

Artsen en onderzoekers werken in het Prinses Máxima Centrum nauw samen. Hun doel: nieuwe vindingen uit onderzoek sneller toepassen in de behandelkamer, bijvoorbeeld bij kinderen die een stamceltransplantatie ondergaan. Dr. Marc Bierings: ‘Als arts richt ik me vooral op de uitkomst: genezing. Vanuit het onderzoek wordt juist ook naar verbetering van de behandeling en de langetermijn effecten gekeken.’

Nieuwe bloedcellen ontstaan vanuit bloedstamcellen. Deze stamcellen zijn te vinden in het beenmerg,  in het binnenste van de botten. Voor sommige kinderen met acute leukemie (ALL of AML), een vorm van bloedkanker, is stamceltransplantatie de best passende  behandeling. Dit zijn kinderen waarbij chemotherapie niet voldoende werkt. Door stamcellen van een gezonde donor in het beenmerg te brengen worden nieuwe gezonde bloedcellen gemaakt.

Dr. Marc Bierings, kinderoncoloog en verantwoordelijk voor de stamceltransplantaties in het Máxima: ‘Jaarlijks krijgen zo’n 80 kinderen in het Máxima een stamceltransplantatie. Dit zijn voornamelijk kinderen met kanker. Ook kinderen met andere ziektes, zoals stofwisselingsziekten of bloedaanmaakstoornissen, ontvangen in het Máxima een stamceltransplantatie. Het merendeel, zo’n 50 kinderen, ontvangt donorcellen. Bij de overige kinderen ‘oogsten’ we de eigen stamcellen. Deze worden ingevroren bewaard en na een hoge dosis chemotherapie via een infuus teruggegeven. Om als stamceltransplantatiecentrum kinderen te mogen behandelen  moeten we strenge regels volgen en hebben we een vergunning vanuit de overheid.’

Biologische mechanismen

Dr. Mirjam Belderbos is kinderoncoloog en onderzoekgroepsleider. Zij heeft als doel om de mechanismen achter de bloedaanmaak te ontrafelen: ‘Door beter te begrijpen hoe bloed precies door stamcellen wordt aangemaakt, hopen we nieuwe aangrijpingspunten voor behandelingen te ontdekken voor kinderen die een stamceltransplantatie ondergaan en voor kinderen met aangeboren stoornissen in de bloedaanmaak.’

Belderbos analyseert daarom het bloed van kinderen die een stamceltransplantatie ondergingen. ‘Met speciale technieken onderzoek ik de functie van stamcellen en hun ‘nakomelingen’.  Deze technieken maken het mogelijk om heel precies ‘in te zoomen’, tot op het niveau van  een enkele cel. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien welke stamcel zich vermenigvuldigt, of hoe een stamcel zich nestelt in het beenmerg van de ontvanger. Uiteindelijk hopen we te leren hoe een klein groepje stamcellen de volledige bloedaanmaak herstelt. Ook kunnen we per kind en donor naar de verschillen kijken en onderzoeken waarom een transplantatie bij het ene kind beter werkt dan bij het andere kind.’

Verbeterde en gepersonaliseerde voorbehandeling

Als voorbereiding op een stamceltransplantatie krijgt een kind vaak chemotherapie. Het eigen beenmerg dat in de botten zit wordt hiermee onderdrukt waardoor ruimte ontstaat voor de nieuwe stamcellen. Dr. Birgitta Versluijs, kinderoncoloog: ‘Kinderen met AML krijgen in het Máxima een zogenaamde combinatie van drie verschillende chemotherapieën. Deze verschilt van die in veel andere Europese ziekenhuizen. Gezamenlijk willen we in een studie onderzoeken wat de verschillen zijn op zowel de korte als de lange termijn. Ons doel is om gebruik van de beste voorbehandeling te harmoniseren. Dit is niet alleen het beste voor de kinderen, maar zo kunnen we ook vervolgstudies voor een grotere groep kinderen opzetten.’

De studie richt zich ook op het immuunsysteem van kinderen die een stamceltransplantatie hebben ondergaan, maar bij wie de ziekte is teruggekomen. Dr. Mirjam Belderbos is hier vanuit het Máxima ook bij betrokken. Versluijs: ‘Het is heel mooi dat we ook de fundamentele, biologische aspecten in deze studie meenemen. Wat we hiervan leren kan dan mogelijk in de toekomst weer zorgen voor verdere verbetering van stamceltransplantatie als behandeling. ’

Eerder toonden onderzoekers van het Máxima en het Wilhelmina Kinderziekenhuis al aan dat van het medicijn anti-thymocyten globuline (ATG) dat naast de chemotherapie kinderen voorbereid op stamceltransplantatie de behandeling veiliger maakt. Dr. Rick Admiraal, een van de betrokken onderzoekers en fellow in de kinderoncologie: ‘We vergeleken kinderen met een in het verleden gegeven standaarddosis ATG met kinderen die een gepersonaliseerde ATG dosis ontvingen. Vervolgens zagen we een duidelijke verbetering in het herstel van het immuunsysteem en, veel belangrijker, de overleving. Op basis van dit onderzoek ontvangt nu ieder kind dat in het Máxima een stamceltransplantatie krijgt een gepersonaliseerde dosis ATG.’

Lange termijn

Doordat stamceltransplantaties steeds verder verbeteren groeit ook het aantal kinderen dat geneest, net als hun levensverwachting. Belderbos: ‘Sommige kinderen ontvangen stamcellen van een volwassen donor. Daardoor leven deze donorstamcellen soms langer dan de normale menselijke levensduur. Om beter te begrijpen hoe deze stamcellen zich aanpassen aan hun jongere omgeving, onderzoek ik daarom de lange-termijn bloedaanmaak bij ‘survivors’ van kinderkanker. Zo hopen we te ontdekken of, en welke ‘survivors’ risico lopen op ouderdomsbloedziektes. Deze kennis kan bijdragen aan betere nazorg voor kinderen nadat ze een transplantatie met oudere donorstamcellen ondergaan.’

Bierings: ‘Deze studies zijn een greep uit de vele onderzoeken die hier dagelijks plaatsvinden. Zo onderzoekt dr. Caroline Lindemans ‘graft versus host disease’, een veelvoorkomende complicatie na transplantatie. Dr. Dorine Bresters doet onderzoek naar cardiovasculaire bijwerkingen op de lange termijn. Het is heel mooi hoe dankzij de oprichting van het Máxima vijf jaar geleden al het onderzoek en specialisten op dit gebied in één onderzoeksziekenhuis samenkomen. Samen boeken we zo sneller wetenschappelijke vooruitgang waardoor we stamceltransplantatie als behandeling voor kinderen verder verbeteren.’