Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Prijs voor onderzoek vruchtbaarheid na Hodgkin-lymfoom

Kinderen met Hodgkin-lymfoom, een vorm van lymfeklierkanker, worden behandeld met chemotherapie, soms gevolgd door bestraling. Promovenda Katja Drechsel (l.) onderzoekt het effect van de behandeling van Hodgkin op de vruchtbaarheid. Zij presenteerde de eerste resultaten op een congres in Kopenhagen en verdiende daarmee een clinical science award. Samen met Margreet Veening en Irene IJgosse vertelt Katja over het onderzoek.

Zo’n 30-40 kinderen per jaar krijgen Hodgkin-lymfoom, een vorm van lymfeklierkanker. Kinderen worden behandeld met een combinatie van chemotherapie en soms ook bestraling. De bestraling kan leiden tot late effecten van de behandeling zoals tweede tumoren. Daarom wordt in het nieuwste Europese behandelprotocol (EuroNet-PHL-C2) gekeken of er minder bestraling nodig is als kinderen met Hodgkin-lymfoom een hogere dosis chemotherapie krijgen. 

Effect op de vruchtbaarheid 

‘Voor het verminderen van late effecten is het goed om, waar mogelijk, minder te bestralen. Daarentegen kan chemotherapie weer leiden tot verminderde vruchtbaarheid,’ vertelt kinderoncoloog dr. Margreet Veening, die het onderzoek leidt. ‘Daarom doen we in het Máxima onderzoek naar het effect van de behandeling van Hodgkin-lymfoom op de vruchtbaarheid. We verwachten dat kinderen die meer chemotherapie krijgen, wellicht meer tekenen van schade laten zien.’ 

Promovenda Katja Drechsel presenteerde de eerste resultaten van het onderzoek op het jaarlijkse congres van de European Society of Human Reproduction and Embryology in Kopenhagen. Ze ontving een prijs voor de beste posterpresentatie over een klinisch wetenschappelijk onderwerp. 

Daling én herstel 

Voor deze studie worden 206 kinderen uit 18 centra in vijf landen onderzocht. Al deze kinderen werden voor de ziekte van Hodgkin behandeld volgens het EURONET-PHL-C2 protocol. Ze hebben inmiddels hun behandeling afgerond en worden nu opgevolgd. Katja Drechsel en collega’s kijken bij zowel jongens als meisjes naar verschillende bloedwaarden die aanwijzingen kunnen geven over de vruchtbaarheid in de toekomst. ‘Bij meisjes zagen we tijdens de behandeling een diepe daling in een hormoon, AMH, dat te maken heeft met het aantal eicellen in de eierstokken,’ vertelt Katja. ‘Na de behandeling voor Hodgkin-lymfoom steeg de waarde van het hormoon weer, dat is positief en wijst op herstel. Maar, de waarden zijn vaak nog wel relatief laag in vergelijking met de waarde van gezonde leeftijdsgenoten en we moeten voorzichtig zijn in de interpretatie.’  

‘De waarde van het AMH waar we naar hebben gekeken is niet één op één te vertalen naar de hoeveelheid eitjes,’ vertelt Veening. ‘Daarbij is het ook nog eens heel lastig om een inschatting van de vruchtbaarheid te maken, zeker bij jonge meisjes. Er zijn heel veel factoren die invloed hebben op de kans om later zwanger te worden. In feite heb je maar één goede eicel nodig voor een zwangerschap. De hoeveelheid eicellen kan wel een aanwijzing geven tot welke leeftijd je vruchtbaar blijft; bij een lagere eicelvoorraad heb je kans om eerder in de overgang te komen.’ 

Zaadkwaliteit 

In het onderzoek kijken Katja Drechsel en collega’s ook naar het effect van de vruchtbaarheid bij jongens die behandeld worden voor Hodgkin-lymfoom. Bij hen meten ze de hormonen FSH en Inhibine B in het bloed, en de kwaliteit van het sperma voor en na de behandeling. Katja: ‘Bij de jongens zien we dat de hormonen tijdens de chemotherapie vaak abnormaal worden, en dat het vaak normaliseert na afronding van de behandeling. De ziekte Hodgkin zelf lijkt ook een effect te hebben op de zaadkwaliteit vóór behandeling. Twee jaar na de behandeling zien we tekenen van schade bij ongeveer de helft van de jongens die sperma ingeleverd hebben. We weten nog niet goed hoeveel herstel er nog gaat optreden. Daarom wordt het sperma-onderzoek vijf jaar na diagnose nog eens herhaald.’ 

De bevindingen bij de jongens en meisjes worden meegenomen in de ontwikkeling van het toekomstige behandelprotocol voor Hodgkin-lymfoom. 

Uitgebreide aandacht 

In het Prinses Máxima Centrum is uitgebreid aandacht voor vruchtbaarheid, in goede samenwerking met collega’s in het UMC Utrecht. Irene IJgosse is hier als verpleegkundig specialist nauw bij betrokken. ‘Kinderen en ouders ervaren het effect van de behandeling op de vruchtbaarheid als heel belangrijk voor de kwaliteit van leven,’ zegt ze. ‘We nemen hen goed mee in de risico’s en mogelijkheden. De nieuwe onderzoeksresultaten dragen weer bij aan onze kennis, zodat we kinderen en ouders op basis van het meest recente bewijs kunnen adviseren en begeleiden.’