Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Verhoogde kans op borstkanker na bepaalde vormen van behandeling voor kinderkanker

Vrouwen die als kind zijn behandeld voor kanker met een bepaald type chemotherapie hebben een verhoogde kans op borstkanker. Dat blijkt uit een grootschalige internationale studie van survivors van kinderkanker, geleid door wetenschappers van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. De resultaten zijn vandaag, 11 september, gepubliceerd in het vooraanstaande vakblad Nature Medicine en wijzen op de noodzaak voor eerdere borstkankerscreening bij vrouwen die vroeger met deze chemotherapie en bestraling behandeld zijn voor kinderkanker.

Ben je of is je kind onder behandeling (geweest) en heb je na het lezen van dit nieuwsbericht vragen over dit onderzoek? Bekijk de Vraag & Antwoord pagina of neem contact op met je behandelend arts of met de LATER-poli.

Drie van de vier kinderen met kanker worden succesvol behandeld, en overleven de ziekte. Maar de behandeling, die vaak bestaat uit een combinatie van een operatie, chemotherapie en bestraling, kan bij een deel van de survivors zorgen voor ernstige bijwerkingen en late effecten. Eén van die late effecten is het ontwikkelen van een tweede kanker op de volwassen leeftijd.

In een nieuwe studie onderzochten wetenschappers van het Prinses Máxima Centrum het risico op borstkanker bij vrouwen die als kind behandeld waren met zogenaamde anthracyclines, waaronder doxorubicine. Dit is een bepaalde vorm van chemotherapie. Ze onderzochten de medische gegevens van bijna 18.000 survivors van kinderkanker die tussen 1946 en 2012 behandeld zijn in Nederland, Frankrijk, de Verenigde Staten en Zwitserland. De studie is gefinancierd door KiKa, en de resultaten zijn vandaag, 11 september, gepubliceerd in het vooraanstaande vakblad Nature Medicine.

Duidelijk verhoogd risico

Een internationaal team van onderzoekers, onder leiding van groepsleider prof. dr. Leontien Kremer en dr. Jop Teepen, zag dat bij 782 van alle 17.903 survivors later borstkanker werd vastgesteld. De onderzoekers keken welke vormen van behandeling samenhingen met het later optreden van borstkanker.

Vrouwen die waren behandeld met een hoge dosis doxorubicine, zonder bestraling op de borst, hadden een bijna zesmaal groter risico op borstkanker voor de leeftijd van 40 jaar (3,4%) dan vrouwen in de algemene bevolking (0,6%). De kleine groep vrouwen die als kind zowel bestraling op de borst als een hoge dosis van de chemotherapie doxorubicine hadden gehad, liep het grootste risico op latere borstkanker. De geschatte kans op borstkanker voor de leeftijd van 40 jaar voor die groep is 8,1%.

Screening voor borstkanker

Vanaf vijf jaar na diagnose gaan kinderen en volwassenen die behandeld zijn voor kinderkanker naar de LATER-poli van het Prinses Máxima Centrum. Daar worden ze gecontroleerd voor mogelijke late effecten van de behandeling, waaronder het ontwikkelen van een tweede kanker. Op basis van de nieuwe resultaten pleiten de onderzoekers voor uitbreiding van de richtlijnen voor borstkankerscreening bij survivors van kinderkanker.

Yuehan Wang, lid van de Kremer groep in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, werkte aan de studie als onderdeel van haar promotieonderzoek. Zij zegt:

‘Anthracyclines vormen nog steeds een belangrijk onderdeel van de behandeling voor iets meer dan de helft van de kinderen met kanker. De dosis die nu voorgeschreven wordt is gemiddeld veel minder dan vroeger, maar er zijn nog steeds kinderen voor wie een hoge dosis nodig is in hun behandeling.

‘We weten al langer dat anthracyclines schadelijk kunnen zijn voor het hart. Het belang om de dosis van dit type chemo laag te houden was dus al bekend. Het ontwikkelen van een tweede kanker is een zeldzaam, maar ernstig laat effect van de behandeling voor kinderkanker. Onze resultaten benadrukken de noodzaak om, waar mogelijk, de dosis doxorubicine bij kinderen te verlagen.’

Prof. dr. Leontien Kremer, onderzoekgroepsleider in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie die de studie leidde, zegt:

‘We werken hard om de behandeling voor kinderen met kanker effectiever te maken, én om de kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling te verbeteren. In ons onderzoek zagen we dat het merendeel van de survivors gelukkig géén borstkanker krijgt op jonge leeftijd. Maar een aantal patiëntgroepen heeft een hoger risico om borstkanker te ontwikkelen.

‘Vrouwen die als kind zijn bestraald op de borst worden vanaf de leeftijd van 25 jaar gescreend op borstkanker, omdat al bekend was dat zij een verhoogd risico lopen. Op basis van deze nieuwe resultaten streven we ernaar om de internationale richtlijnen voor borstkankerscreening uit te breiden, zodat ook vrouwen die een hoge dosis doxorubicine hebben gehad vroegtijdig gescreend worden.’

Sommige vrouwen die als kind bestraling op de borst kregen, krijgen al een jaarlijkse controle. Zo ook Natasja Peetoom, die meedeed aan de studie. Als 15-jarige kreeg Natasja de diagnose lymfeklierkanker. Ze genas, maar ruim dertig jaar later werd bij haar borstkanker vastgesteld. Ze vertelt over haar ervaring in De Volkskrant:

‘[De tumor] was niet voelbaar, ik had het zelf nooit kunnen ontdekken. Dankzij de controles en een waakzame internist is erger voorkomen. (...) Ik besef hoe belangrijk deze nieuwe onderzoeksresultaten zijn om te kunnen leven. Als dankzij dit onderzoek de controles worden uitgebreid, dan geeft me dat vertrouwen dat er goed op ons wordt gelet.’

Binnen deze studie zijn verschillende survivor groepen gekoppeld uit Europa, waaronder de Dutch Childhood Cancer Survivor Study LATER, en de Verenigde Staten. Iets meer dan de helft van de data is afkomstig uit de patiëntgroepen van St. Jude Children’s Research Hospital.

Ben je of is je kind onder behandeling (geweest) en heb je vragen over dit onderzoek? Bekijk de Vraag & Antwoord pagina of neem contact op met je behandelend arts of met de LATER-poli.