Rhabdomyosarcoom is een tumor van de weke delen die lijkt op spierweefsel. Jaarlijks krijgen zo'n 20 kinderen in Nederland de ziekte. Sommige kinderen hebben een goede uitkomst dankzij behandeling met chemotherapie en een operatie, maar meer dan de helft van de kinderen overleeft hun ziekte niet. Vier op de vijf kinderen met de meest agressieve vorm van rhabdomyosarcoom overlijden binnen vijf jaar na de diagnose. Betere, meer op maat gemaakte behandelingen zijn hard nodig.
Wetenschappers van het Prinses Máxima Centrum gebruikten een techniek genaamd single cell RNA sequencing. Daarmee onderzochten ze 19 tumormonsters van kinderen met rhabdomyosarcoom die in het Máxima werden behandeld, en acht mini-tumoren in het laboratorium, ook wel tumoroïden genoemd. Hierdoor konden ze een gedetailleerde ‘atlas’ samenstellen van de vele verschillende celtypen in de tumoren. Ze ontdekten dat de tumorcellen sterk verschilden in hoe volwassen ze waren, en dat ze aanvallen van het immuunsysteem onderdrukten. De studie is recent gepubliceerd in Nature Communications en werd gefinancierd door KiKa.
Jeff DeMartino, promovendus in de Drost groep van het Prinses Máxima Centrum, voorheen in de Holstege groep, vertelt: ‘We zagen dat er immuuncellen genaamd cytotoxische T-cellen aanwezig zijn in rhabdomyosarcomen. Deze afweercellen kúnnen de tumorcellen aanvallen, maar iets houdt ze tegen.’
Tumoren ontwikkelen vaak een manier om de eigen afweer van het lichaam te ontwijken of af te remmen. Het omkeren van deze zogenaamde immunosuppressie kan de afweer-aanval op gang brengen en helpen om de kankercellen te doden. ‘Ons onderzoek vond een gen dat tot expressie komt in rhabdomyosarcoom, dat kan verklaren hoe deze vorm van kinderkanker de afweer-aanval afremt’, zegt DeMartino. 'Er is eerst meer onderzoek nodig om te ontrafelen hoe de tumor het immuunsysteem precies kaapt op moleculair niveau. In de toekomst kan dit werk leiden tot mogelijke doelwitten voor immunotherapie.’
Agressieve ziekte herkennen
De studie vond ook belangrijke aanwijzingen over de volwassenheid van kankercellen in de tumoren. Dr. Thanasis Margaritis, die de Single Cell Genomics Faciliteit in het Prinses Máxima Centrum beheert en de studie mede leidde, zegt: ‘We zagen dat de tumorcellen eruit zien als normale spiercellen die vastzitten in de ontwikkeling. Niet alle tumorcellen in elk monster leken op één celtype: ze verschilden in hoe ver ze waren ‘gerijpt’. Belangrijk is dat deze verschillen te maken hadden met hoe goed kinderen hadden gereageerd op de behandeling.’
Het team is van plan om tumormonsters te bestuderen van een grotere groep kinderen met rhabdomyosarcoom. Zo willen ze bevestigen dat de verschillen in volwassenheid van de cellen kunnen helpen om kinderen met een agressieve vorm van de ziekte te onderscheiden van patiënten met een goede uitkomst. Ze gaan ook op zoek naar gerelateerde moleculaire aanwijzingen en zullen samenwerken met hun collega's in de zorg om hun bevindingen toe te passen in de klinische praktijk.
Dr. Jarno Drost, onderzoekgroepsleider bij het Prinses Máxima Centrum en Oncode Investigator, was medeleider van het onderzoek. Hij zegt: 'Om het verschil te maken voor kinderen met rhabdomyosarcoom moeten we kijken naar meer op maat gemaakte vormen van behandeling dan die we nu hebben. De resultaten met medicijnen gericht op specifieke DNA-veranderingen vallen tot nu toe nogal tegen. Onze studie legt een belangrijke basis voor het ontwikkelen van betere manieren om de behandeling af te stemmen op de specifieke vorm van rhabdomyosarcoom bij kinderen, en voor toekomstige ontwikkelingen in immunotherapie voor deze patiënten.’