Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Nieuwe gezamenlijke projecten in Heidelberg-Máxima Twinning Program

In het twinning program tussen het Prinses Máxima Centrum en het Hopp-KiTZ kindertumorcentrum in het Duitse Heidelberg zijn negen nieuwe onderzoeksprojecten aangekondigd. De focus van de gezamenlijke projecten loopt uiteen, van doelgerichte behandelingen tot klinische studies en betere diagnostiek.

Internationale samenwerking is essentieel bij onderzoek naar kinderkanker: het analyseren van gegevens van grotere aantallen kinderen en het delen van kennis verbetert en versnelt de wetenschappelijke vooruitgang. Sinds de opening vijf jaar geleden heeft het Prinses Máxima Centrum een sterke internationale positie ingenomen op het gebied van kinderoncologie. Om hierop voort te bouwen hebben het Prinses Máxima Centrum, het Hopp Kinderkankercentrum Heidelberg (KiTZ), het Duitse Kankeronderzoekscentrum (DKFZ) en het Academisch Ziekenhuis Heidelberg (UKHD) in 2021 hun krachten gebundeld in een twinning program. Twaalf samenwerkingen lopen al, en dit jaar gaan negen nieuwe gezamenlijke projecten van start.

Hersentumoren

Kinderen met een hersentumor hebben vaak een slechte prognose. Drie van de gezamenlijke projecten richten zich op deze vormen van kinderkanker. Dr. Esther Hulleman van het Máxima en dr. Marcel Kool van het Máxima en KiTZ gaan kijken naar een mogelijke nieuwe doelgerichte behandeling van zogenaamde ependymomen, een tumor in de kleine hersenen. Een bepaald type ependymomen bevat hoge niveaus van het molecuul GD2. In dit project wil het team uitzoeken of GD2 een goed doelwit zou kunnen zijn voor immunotherapie bij ependymoom.

Omdat kanker bij kinderen zeldzaam is, zijn internationale samenwerkingen essentieel om ervoor te zorgen dat voldoende kinderen deelnemen aan klinische onderzoeken om de voordelen van nieuwe behandelingen te testen. Dr. Jasper van der Lugt in het Máxima wil er samen met dr. Cornelis van Tilburg van KiTZ voor zorgen dat Europese ziekenhuizen kunnen deelnemen aan de in de VS gevestigde PNOC en CONNECT netwerken van klinische trials. Zo willen ze het klinisch onderzoek naar hersentumoren bij kinderen versnellen en meer kinderen toegang geven tot de nieuwste, meest veelbelovende medicijnen in een proefsetting.

In onderzoek naar hersentumoren bij kinderen worden weefselmonsters gebruikt die tijdens een operatie worden afgenomen. Een team onder leiding van dr. Stefan Nierkens van het Máxima en dr. Kendra Maass van KiTZ zal ‘vloeibare biopten’ van de vloeistof rond de hersenen en het ruggenmerg (cerebrospinale vloeistof of CSF) onderzoeken als een minder invasieve manier om deze vormen van kanker bij kinderen te bestuderen. Ze proberen moleculaire aanwijzingen te vinden die wijzen op immunotherapiestrategieën. CSF wordt onder verdoving afgenomen bij kinderen door middel van een lumbaalpunctie. Doordat CSF vaker kan worden afgenomen dan de biopten tijdens de operatie, hoopt het team ook beter te kunnen volgen hoe de ziekte verloopt en hoe de tumor reageert op de behandeling.

Doelgerichte behandelingen

Het idee van precisiegeneeskunde is om de behandeling specifiek op tumorcellen te richten en gezonde cellen met rust te laten. Dat is de focus van een aantal projecten in het Twinning Programma tussen het Prinses Máxima Centrum en KiTZ. Kinderen met leverkanker worden behandeld met intensieve chemotherapie en operaties, vaak zelfs met een levertransplantatie. Er zijn nieuwe, meer gerichte behandelingen nodig. Het is relatief lastig om onderzoek te doen, omdat levertumoren bij kinderen zeer zeldzaam zijn. Een team onder leiding van dr. Weng Chuan Peng en dr. József Zsiros in het Máxima, samen met dr. Ina Oehme en Marta Emperador van KiTZ gaan kijken naar manieren om levertumoren bij kinderen in het lab na te bootsen. Uiteindelijk gaat het team op zoek naar bestaande doelgerichte medicijnen die mogelijk kunnen werken voor kinderen met levertumoren.

Uit vroege onderzoeksresultaten blijkt dat een bestaande klasse van doelgerichte medicijnen, MEK-remmers, goed zou kunnen werken bij kinderen met een hoog-risico vorm van Wilms-tumor, de meest voorkomende vorm van nierkanker bij kinderen. Een team onder leiding van dr. Jarno Drost van het Máxima en dr. Robert Autry van KiTZ gaat het effect van MEK-blokkers onderzoeken in mini-Wilms-tumoren in het lab. Als deze klasse van geneesmiddelen er veelbelovend uitziet in deze organoïden, kan dit leiden tot verdere ontwikkeling van MEK-blokkers als behandelstrategie voor kinderen met een agressieve vorm van Wilms-tumor, met een fout in het SIX1-gen.

De samenwerkingsprojecten worden gefinancierd door de Prinses Máxima Centrum Foundation en de stichtingen van de Duitse centra. Er zijn nog vier gezamenlijke projecten aangekondigd:

Een team onder leiding van dr. Sebastiaan van Heesch en prof. dr. Hans Merks in het Máxima, samen met prof. dr. Thomas Grünewald van KiTZ onderzoekt evolutionair jonge kleine eiwitten in Ewing-sarcoom, met als doel om nieuwe doelen voor therapie te vinden.

Prof. dr. Olaf Heidenreich in het Máxima en prof. dr. Irmela Jeremias van KiTZ zoeken naar een manier om MLL/AF4-gerichte behandeling in het beenmerg van muizen af te leveren, wat in de toekomst kan leiden tot voor een doelgerichte aanpak voor behandeling van acute lymfoblastische leukemie (ALL) bij kinderen.

Prof. dr. Monique den Boer in het Máxima en dr. Ashok Kumar Jayavelu brengen DNA-, RNA- en eiwitinformatie over ALL samen, wat in de toekomst kan leiden tot een verfijnde diagnose en nieuwe doelwitten voor therapie.

Een team onder leiding van prof. dr. Max van Noesel, dr. Claudia Janda, prof. dr. Jan Molenaar en dr. Marcel Kool in het Máxima samen met dr. Ina Oehme en dr. Olaf Witt van KiTZ wil gepersonaliseerde geneeskunde voor kanker bij kinderen verbeteren.