Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Nieuwe groepsleider versterkt onderzoek naar immunotherapie voor kinderen met kanker

Prof. dr. Claudia Rössig maakte deel uit van het team dat de eerste CAR-T-celstudie bij kinderen uitvoerde. Daarmee was ze één van de pioniers van deze nieuwe immunotherapie voor kinderkanker. Ze wijdde haar carrière aan het verder ontwikkelen van CAR-T-celtherapie voor kinderen met kanker. Nu is ze gestart bij het Prinses Máxima Centrum als associate groepsleider, naast haar lab aan de Universiteit van Münster in Duitsland. ‘Ik wil ervoor zorgen dat aan het einde van mijn carrière meer kinderen met kanker hun ziekte zullen overleven dan toen ik begon.’

Krachtig principe

Toen ze zelf nog een kind was, wist Claudia Rössig al dat ze kinderarts wilde worden. Tijdens haar studie liep ze een kinderkankerafdeling op, en wist ze dat ze haar pad had gevonden. ‘Ik wilde ervoor zorgen dat aan het einde van mijn carrière meer kinderen met kanker hun ziekte zouden overleven dan toen ik begon. Ik wist dat ik een wetenschappelijke achtergrond nodig zou hebben om dat verschil te maken. Twee jaar nadat ik was begonnen als arts, was ik in Houston de eerste CAR-T-cel tegen kinderkanker aan het maken. Ik zag in het lab hoe bewerkte afweercellen specifiek de kankercellen kunnen uitschakelen, en als kinderarts hoe T-cellen ons levenslang kunnen beschermen tegen gevaarlijke virussen – het is zo'n krachtig principe. Dat is wat me voor het eerst tot CAR-T-celtherapie aantrok, en ik ben er nooit mee gestopt.’

Revolutie

Meer dan twintig jaar later heeft CAR-T-celtherapie tot een revolutie geleid in de zorg voor kinderen met bloedkanker, acute lymfatische leukemie (ALL). Rössig: ‘Als kinderoncoloog kan ik nu tegen een kind met ALL bij wie de kanker is teruggekomen, zelfs meerdere keren na chemotherapie of een stamceltransplantatie, zeggen dat er nieuwe hoop is. Vier op de tien kinderen die vroeger overleden als gevestigde behandelingen niet meer werkten, zijn nu genezen dankzij CAR-T-celtherapie. En dat is nog maar het begin: we werken aan een manier om kinderen eerder na de diagnose te behandelen met deze vorm van immunotherapie, zodat we de meest schadelijke therapieën en hun late effecten kunnen vermijden.’

Solide tumoren

Het werk van Rössig aan CAR-T-celtherapie begon bij neuroblastoom, een kindertumor van zich nog ontwikkelende cellen van het zenuwstelsel die op veel plekken in het lichaam voorkomen. Haar onderzoek is nu weer terug bij solide tumoren. Ze vertelt: ‘Sinds de eerste laboratoriumonderzoeken naar CAR-T-celtherapie begrijpen we nu veel beter waarom deze immunotherapie niet goed werkte bij kinderen met solide tumoren, in tegenstelling tot bloedkanker. Ook hebben we geleerd hoe we kinderen het beste kunnen voorbereiden op de behandeling. Daardoor zien we nu veelbelovende vroege resultaten bij kinderen met neuroblastoom, sarcoom en hersentumoren. Het begint erop te lijken dat we de puzzelstukjes bij elkaar kunnen gaan brengen, en om CAR-T-celtherapie te laten werken bij kinderen met solide tumoren. Daar doe ik met mijn groep aan de Universiteit van Münster onderzoek naar, en dat zal ook de focus zijn van de onderzoeksgroep die ik aan het opzetten ben in het Prinses Máxima Centrum. Tegelijkertijd zijn we begonnen met het voorbereiden van klinische studies met nieuwe CAR T-celtherapieën die we kunnen aanbieden aan de kinderen die in het Máxima worden behandeld.’

Expertise

Rössig heeft meer dan twintig jaar ervaring in het ontwikkelen van CAR T-cellen. De kennis die ze heeft opgedaan is een waardevolle aanvulling op de celtherapiefaciliteit die in het Máxima wordt gebouwd. ‘Het is niet eenvoudig om CAR-T-cellen te ontwikkelen, en de weg van een nieuw idee naar het bewijzen dat de therapie werkt kan lang zijn. Ik breng mijn ervaring en kennis in, bijvoorbeeld op het gebied van de technologieën die nodig zijn om de T-cellen te bewerken.’

Met haar komst in het Máxima ziet Rössig kansen om impact te maken op Europees en mondiaal niveau. ‘De schaal van het Máxima is veel groter dan de meeste andere kinderkankercentra. Dat zorgt ervoor dat we snel kunnen werven voor klinische onderzoeken, zelfs voor zeldzame vormen van kanker. Het Trial- en Datacentrum biedt een fantastische infrastructuur voor het uitvoeren van internationale klinische studies, zelfs voor complexe nieuwe therapieën. Het is een groot voordeel dat het Máxima zichzelf ziet als een hub die expertise op het gebied van kinderkanker in Europa samenbrengt.’

Rössig sluit zich aan bij een groot aantal experts die al in het Máxima werken aan CAR-T-cellen en andere immuuntherapieën voor kinderkanker. Ze zal samenwerkingen aangaan met collega's in de celtherapiefaciliteit en andere onderzoeksgroepsleiders. Bijvoorbeeld op het gebied van de biologie van weefsel rond de tumor en eiwittechnologie. ‘Iedereen bij het Máxima is enthousiast over onze plannen om het T-celtherapieveld te versterken. We staan nog aan het begin, maar het ziet ernaar uit dat cellulaire immunotherapie de komende tien jaar tot grote vooruitgang kan leiden voor kinderen met kanker. Het is heel mooi om in het Máxima te starten en samen het veld verder te brengen.’